zondag 29 oktober 2023

J. van Loo • 27/28/29 oktober 1777

• Uit Dagboek van J. van Loo, in leven predikant te Oostmarsum.

Den 27, 28 en 29 October.
Van deze drie ongelukkig doorgeleefde dagen kan ik niets van belang opteekenen. — Ik was ziek — hevig benaauwd, tot schrik der aanschouwers en groote verlegenheid van mijne lieve C. — Door lusteloosheid bevangen — en van mijne benaauwdheid afgemat, kon ik weinig lezen — en het gene ik las, verschafte mij dat vermaak — dat genoegen — die nuttigheid, niet, als anders.— Van de bezoeken en gesprekken mijner vrienden had ik weinig voordeel. —- Mijn hart was meest ongeloovig — onbuigzaam — ongeduldig; somtijds ongevoelig — gedachteloos — onverschlllig. Ach! had ik meer ijver en ernst in het gebed — had ik meer kracht des geloofs! - Begreep ik het liefderijk oogmerk van Gods tuchtigende hand (want ook dan, warneer Hij straft, blijft Hij de liefde, of ik het geloof of niet) levendiger, en arbeidde ik maar meer om die zonden en onvolmaaktheden, welker uitroeijing uit mijne ziel God bedoelt, te verzaken, te bestrijden — te dooden! — Geef Gij mij, hier toe, uwe almagtige hulp — Almagtige Schepper! — Almagtige Vader van Jezus Christus! —



Geen opmerkingen:

Een reactie posten