• E.J. Potgieter (1808-1875) was een Nederlandse schrijver, oprichter van De Gids. Hij woonde van 1827-1830 in Antwerpen. Op 27 oktober 1830 werd Antwerpen beschoten vanaf de Schelde door de kanonneerboten van de Nederlandse generaal Chassé. Deze dag en de turbulente weken erna zijn door Potgieter beschreven in een aantal dagboekbladen.
Woensdag. 27 Oct. 1830.
Moeijelijk is de algemeene vreugde te beschrijven waarmede ieder zich op dien morgen van de Belgische cocarde voorzag. Moeijelijk die algemeene blijdschap af te malen, die des avonds in zoo vreesselijk een ellende verkeeren moest. Van de buren ontving ik de grootste bewijzen van toegenegenheid, zelfs van de mindere klasse. [...] om half vier was de vloed hoog de citadel gaf het teeken en deze en de fregatten begonnen het bombardement. Verscheiden menschen vlogen angstig onze woning voorbij zeggende dat eenige dronken kerels op de fregatten hadden gevuurd en deze nu vuur gaven. Ik kon mij niets anders verbeelden of het zou een enkel kanonschot zijn dat ter bestraffing werd gegeven maar de kanonnade werd telkens heviger, de buren sloten de reeds geopende woningen weder en de vrouwen besloten in den kelder te gaan. Het vuur werd heviger, en men schelde bij ons ten einde de deur open te houden zoo mogelijk de troepen een uitval mogten doen. Akelig gezigt dat de straat opleverde. Honderden mannen en vrouwen met hunne schreijende kinderen zieken op draagbaren waggelende grijzen gingen onder t bombardement ons huis voorbij hunne woningen ontvlugtende. Men sprak algemeen reeds dat er brand in de Kloosterstraat zoude ontstaan zijn waar een ordelooze menigte het arsenaal was aangevallen. De pompiers gingen onze woning met de brandspuiten voorbij en men voerde de kanonnen naar de Suikerruij om op de oorlogsschepen te vuren. Tegen 7 uren werd het nog heviger en met een vriend sloten wij de deur en begaven ons in den kelder. Banger uren heb ik in mijn leven niet gesleten. Omstreeks acht uren naar boven gaande om te verluchten was de hemel gloeijend rood en uit het dakvenster zagen wij naar de zijde van Place Verte vurige wolken ten hemel stijgen. Eensklaps werd er gescheld en drie Volontaires van Diest vroegen om huisvesting wie zoude die in zulken oogenblik niet gewillig geven! Terwijl wij van boven hun matrassen haalden scheen digt bij ons in de buurt een bom te vallen want de glazen rinkinkten. Weinig tijds daar na even gaan ziende ontdekten wij het huis van den Heer Pauwels, welks voorzijde door de bom was vernield Wij wilden verder gaan maar een vriend wederhield ons en vertelde dat op de Hooikaai een Hooi Magazijn de troepen toebehoorende brandde. Het was halfnegen het vuur scheen een oogenblik te verpozen maar weldra begon het op nieuw. Met verschillende tusschenpoozen duurde het tot half elf drie maal wil men dat het fregat zoude hebben willen uitscheiden maar telkens kanonneerde men op nieuw Tot half twee uren toe zaten wij in de kelder en telkens was 't of als men nog een schot hoorde. Toen ging de familie slapen. Ik bleef waken tot vier uren en sluimerde toen van overspanning tot 6 uren toe.172-2017>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten