• Hendrik Colijn (1879-1944) was eerst militair, daarna topbestuurder bij Shell en ten slotte politicus voor de ARP. In 1918 kreeg hij van koningin Wilhelmina de opdracht een kabinet te formeren — die hij uiteindelijk weigerde. Hij hield in die dagen een dagboek bij.
Maandag 1 September
In den namiddag met den Heer Idenburg een bezoek gebracht bij den Heer Lohman en daar tot groote verbazing vernomen, dat niet de Heer De Geer doch de Heer De Visser voor de C.H. [Christelijk Historische Unie] in het kabinet zal treden.
Maandag 2 September
De Heer Ruijs deelde mij per telefoon mede, dat de Admiraal Smit bezwaren had om de portefeuille van Marine te aanvaarden en vroeg mij mijn oordeel over den Heer Umbgrove, Chef van den Marinestaf. Ik beval hem aan dezen uit te noodigen.
Vrijdag 6 September
Terugkeerend uit Zeist van de opening van het Lyceum, stond de Heer Ruijs mij aan het station op te wachten; deelde mij mede dat De Geer om gezondheidsredenen voor de portefeuille van Financiën had moeten bedanken, en dat De Vries haar had aangenomen. Daar evenwel dezen zelfden dag Dr Kuyper uit het buitenland terugkeerde en het kabinet nu nog niet was opgetreden, vroeg hij of het wenschelijk zou zijn Kuyper te gaan bezoeken en met hem de zaak te bespreken. Ik raadde hem zulks ten zeerste aan en dicteerde een ontwerp voor een brief aan Dr Kuyper, waarbij Ruijs tegen den volgenden namiddag belet vroeg.
Zaterdag 7 September
Bijeenkomst ten huize van den Heer Van IJsselstein des namiddags te 5 uur van het in formatie zijnde ministerie, voor welke bijeenkomst ook mij eene uitnoodiging was toegezonden. Op deze bijeenkomst deed de Heer Ruijs mededeeling van de resultaten van zijn bezoek bij Dr Kuyper. Deze waren niet bijzonder opwekkend, aangezien Kuyper zich op het standpunt plaatste dat voor het treden der AR. Partij [Anti Revolutionaire Partij] als zoodanig in een kabinet noodig was de medewerking van de partij zelve, zooals deze georganiseerd was in het Centraal Comité van Antirevolutionaire Kiesvereenigingen. Hij zou het kabinet daarom wel feitelijk steunen, maar niet in zijn kwaliteit van Voorzitter van het Centraal Comité.
In verband met deze mededeeling werd besloten nog niet te beslissen of men zou voortgaan met de formatie dan wel haar zou opgeven, doch de beslissing dienaangaande uit te stellen tot Maandag voormiddag 10 uur, terwijl ik werd uitgenoodigd om Zondag met Dr Kuyper nog eens een onderhoud over deze zaak te hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten