• Het dagboek van Piet van Els (1897-1958) beschrijft gebeurtenissen gedurende de laatste oorlogsjaren 1944-1945 in Wanssum, waar hij directeur van Landbouwbelang was. Het was een periode waarin Noord-Limburg te maken kreeg met evacuaties, oorlogsgeweld en deportatie van mannen naar Duitsland om tewerkgesteld te worden. Het dagboek is uitgegeven als Dorp aan de frontlinie.
Zaterdag 2 september 1944
Met een vrachtauto van G. Deenen 3000 kg. consumptierogge naar Vught gereden. Deze partij is afgeladen bij bakker Kuypers, Taalstraat 22 te Vught. Deze rogge was bestemd voor de voedselvoorziening ‘Maatschappelijk Onmachtigen’. Op de terugreis zeer druk verkeer van voertuigen der Duitse Weermacht (terugtocht uit Frankrijk en België).
Maandag 4 september 1944
De wagen van G. Deenen staat weer gereed voor het vervoer van nog 3000 kg. rogge voor bakker Pijnenburg te Vught. G. Deenen, bevreesd dat de Duitsers zijn wagen in beslag nemen, ziet van de reis naar Vught af. Door Wanssum trekken honderden Duitse auto’s, tanks enz. in de richting Wellse veer naar Duitsland. Sommige Weermachtafdelingen verblijven enige dagen te Wanssum en vorderen voertuigen, fietsen, levensmiddelen, paarden, koeien, etc.
Zondag 17 september 1944
Een ontzaglijk aantal Engelse vliegtuigen zichtbaar boven ons dorp. In de namiddag meldt de radio de landing van parachutisten te Breugel, Son, Cuyk, Arnhem, enz. In de omgeving van Eindhoven vluchten de Duitsers in de richting der grens. Het verkeer te Wanssum wordt steeds drukker. Alle terugkerende soldaten vorderen levensmiddelen, voertuigen, paarden en fietsen.
Nadat op 5 september de Duitsers, die sedert maart j.l. in de silo een radio- en ontvanginstallatie gebouwd hadden, na demontering dezer toestellen, de silo verlieten, kwam medio september een groep Duitse soldaten (Luftwaffe) weer de silo bezetten. Het kantoor werd door hen volledig in gebruik genomen.
De werkzaamheden aan de silo waren reeds sedert 5 september gestaakt. Dagelijks echter werd ik door de Duitsers van mijn huis afgehaald en moest dan mee, om artikelen als tarwe, haver, rogge, zakken, enz. af te leveren uit de silovoorraden. Meermalen echter wordt geladen zonder voorafgaande kennisgeving. Diverse voorwerpen verdwenen van kantoor en silo, zoals kantoorjassen, schrijfbenodigdheden, gereedschappen en dergelijke.
Op zekere dag deelde een Duitse soldaat mij mede, dat een Zahlmeister of Oberfeldwebel een kast had ingestampt en een kantoorjas had meegenomen. Ik zocht deze ‘Zahlmeister’ op en verzocht hem mij hiervoor een ontvangstbewijs te verstrekken. Aanvankelijk ontkende hij, naderhand gaf hij verbolgen toe, doch weigerde een Bescheinigung te geven. “Was wir für unsere Verwendung brauchen, nehmen wir!” zei hij. Deze man verbleef met zijn afdeling geruime tijd te Wanssum en was mij zeer vijandig gezind. Op zekere dag ontdekte hij, dat ik granen afleverde voor de geëvacueerden en voor onze eigen inwoners. “Sie wissen nog nicht was los ist” zei hij. “Alle voorraden zijn in beslag genomen en daar kunt u niet meer over beschikken.” Verder dreigde hij met strenge straffen enz. Hierbij bleef het echter. Ondanks deze bedreiging ben ik echter rustig voortdurend voldoende broodgraan blijven verstrekken, o.a. aan voedselbureau Bergen, Grubbenvorst en Wanssum. In dit laatste dorp verbleven ± 1000 geëvacueerden.193-2016>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten