• De Nederlandse schrijver Benno Barnard (1954) hield in 2014-2017 een dagboek bij. Gedeelten daaruit zijn gepubliceerd in Liter. Het gehele dagboek is gepubliceerd als Zingen en creperen.
22 november
Zondag. Ergens in de Achterhoek, een Bredevoort geheten dorp. Over een aan mijn vader [Willem Barnard/Guillaume van der Graft, overleden op 21 november 2010] gewijd gebeuren giet de hemel stralend herfstweer uit: in de beuken hangt bladgoud en de oude huizen in hun schaduw zijn door een kunstenaar uit de Gouden Eeuw getekend. In de grote bakstenen kerk — een mooi bewijs dat niet alleen roomse barokarchitecten wisten hoe je bakstenen moest opstapelen — houden sprekers toespraken, muzikanten maken muziek; en er is ook een interview met de zoon, die vooral zijn best doet de ernst van de sprekers te relativeren door te wijzen op de humor en aardsheid van zijn vader en die niet ontevreden terugkeert naar zijn plaats; daarna een boekenmarkt, een etentje, een zekere lichtheid in zijn hoofd wanneer hij afscheid neemt van zijn zussen en in zijn auto stapt, om terug te keren naar de ex-roomse, onverdraaglijk geworden druilerigheid van Vlaanderen.
Vroege jaren zestig. De pastorie in Rozendaal. Aan tafel vroeg mijn oudste zus: ‘Papa, wat is een erectie?’
Dat kwam tamelijk onverwacht. In een roman zou mijn moeder een hoestbui hebben gekregen, maar mijn vader liet zijn mes en vork zakken en zei (terwijl hij hooguit een of twee spieren vertrok): ‘Dat is een staande ovatie van een heer voor een dame.’
Ik kan niet ouder dan acht of negen zijn geweest - ik moet dat woord toen voor het eerst hebben gehoord. Van sommige woorden herinner ik me het precieze moment waarop ze zich bij mijn vocabulaire voegden.
Die papa.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten