zondag 5 november 2023

Thomas Rosenlöcher • 6 november 1989

• Thomas Rosenlöcher 1947) is een (Oost-)Duitse schrijver. In zijn Dagboek uit Dresden (vertaling: Mike Schellekens) beschrijft hij de periode rond de val van de Muur.

6 november
Het aantal mensen dat naar West-Duitsland vertrekt wordt nu al per uur aangegeven en nadert langzamerhand de driehonderd.
In de Kaufhalle hebben ze voor de echte blijvers Radeberger bier. Ik vis, gemaakt nonchalant, twintig flesjes voor mezelf uit de krat en krijg van mezelf het idee dat ik wat bereikt heb in het leven.
Rond de gaslantaarns in Kleinzschachwitz zitten briefjes gebonden: ‘Ik wil hier blijven stralen’ - Mijn god, ik ook.
Ulrike zit op haar kamer te huilen, omdat na die Hagen van haar nu ook oma naar de andere kant wil, ze heeft zich haar pensioen al laten voorrekenen, maar voor haar betekent het vooral een nieuw begin. Toen ze gisteren uit het Westen terugkwam, leek ze meteen al wat zelfverzekerder, meer een oma-uit-het-Westen, wat vast niet alleen door haar onverwachte ronde oorbellen kwam.

8 november
Gisteren is de regering afgetreden. De tijd die zolang stil stond is in een stroomversnelling geraakt, alsof ze de verloren 40 jaar weer wil inhalen. In heel het land staan zetels op omvallen en worden er berouwvol haren uitgetrokken.
Als we het plotseling gewonnen gemak maar niet toch nog moeten betalen: dat zou tegen de onzinnigheid van de geschiedenis zijn.

10 november
Het ontzettend idiote bericht, weer 's ochtends vroeg, terwijl ik nog met met ohropax ver-pax-te oren op mijn kermisbed in de huiskamer lig: de grenzen zijn open! Lief dagboek, ik weet niet meer wat ik moet zeggen. Ik weet echt niet meer wat ik moet zeggen. Ik loop met betraande ogen door de keuken te ijsberen, en heb niet eens een ui waaraan ik de plotselinge tranenstroom zou kunnen wijten.

11 november
Nadat Doornroosje wakker was gekust, ontwaakten de majesteiten en de ‘...gehele hofhouding en ze keken elkaar met grote ogen aan. En de paarden buiten stonden op en gingen met hun hoofd staan schudden; de jachthonden begonnen te springen en te kwispelstaarten; de duiven op het dak haalden hun koppetje vanonder hun vleugels te voorschijn, keken rond en vlogen de wijde wereld in’... en zelfs de vliegen op de muur waren verbaasd waarom ze zo lang hadden geslapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten