• Christoffel Columbus (1451-1506) ontdekte Amerika in 1492. Hij hield van die reis (1492-1493) een scheepsjournaal bij.
Zaterdag, 17 November
In de vroege morgenuren begaf ik mij in mijn boot om die eilanden te bezoeken waar ik nog niet geland was en die zich in Zuidwestelijke richting bevinden. Ik zag er vele die een zeer vruchtbaar en liefelijk aanzien hadden; de zee was van eiland tot eiland steeds zeer diep. Enige van de eilanden waren doorsneden door stroompjes, van welke ik aannam dat zij hun ontstaan dankten aan de zoetwaterbronnen, die op de toppen der bergen ontspringen. Iets verder kwam ik bij een kleine, heldere waterloop, die in zijn zandbedding vrolijk verder vlood. Er om heen strekte zich een lieftallig weideveld uit, bedekt met talrijke palmen die veel hoger waren dan degene die ik tot dusver had gezien. Daarnaast zag ik dikke muizen, die ook leken op de muizen in Indië en kreeften van buitengewone afmetingen. Talrijke vogels vlogen voor mijn voeten op. Ik bespeurde een sterke muskuslucht, waar ik uit opmaakte, dat er in deze streken ook muskusdieren leven. Van de zes Indianen, die ik bij de Zeerivier had vastgehouden en aan boord van de Niña had gebracht, hebben er heden twee het hazepad gekozen.
Zondag, 18 November
Ook heden scheepte ik mij met vele mijner mensen op de sloepen in, om het grote, wonderlijke kruis, dat ik uit de twee genoemde balken had laten vervaardigen, op een goed zichtbare plaats, waar geen bomen stonden, aan de ingang van de Puerto del Principe op te richten. In deze buurt zijn de verschillen tussen eb en vloed belangrijk groter dan in iedere andere baai, die ik tot dusver ontdekt heb — een feit, dat niet valt te verwonderen, wanneer men het overgrote aantal eilanden in aanmerking neemt, waarmee de zee hier bezaaid is. De getijden verhouden zich in deze streken geheel anders dan in onze wateren het geval is, want in de baai, waar ik mij nu bevind, was het eb toen de maan zich in het Zuidwest ten Zuiden bevond. Daar het vandaag Zondag is, wilde ik niet verder varen.
Maandag, 19 November
Nog voor het aanbreken van de dag verliet ik de baai bij volkomen windstilte. Later, wat meer naar het Zuiden, nam de wind uit 't Oosten iets toe, zodat de armada een Noord-Noordoostelijke richting insloeg. Bij zonsondergang tekende de Puerto del Principe zich aan de Zuid-Zuidwestelijke horizon op een afstand van ongeveer 7 mijl af. Toen wij naar het Oosten voeren, kregen wij het eiland Baneque op een afstand van ongeveer 60 zeemijl in zicht. De gehele nacht zeilden wij naar het Noordoosten en lieten een kleine 60 zeemijl achter ons. Tot aan de volgende morgen 10 uur legden wij nog een verdere 12 zeemijl af in de richting Noordoost ten Noorden, dus in het geheel 18 mijl.168-2016>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten