• James Boswell (1740-1795) verbleef in 1763-1764 in Nederland, om er te studeren in Utrecht. Hij leerde er Belle van Zuylen kennen, met wie hij zeer goed bevriend raakte, maar Boswell zag af van een huwelijk. Alle brieven en dagboekfragmenten uit deze periode staan hier.
Zaterdag 8 december [dagboek, Neuchâtel]. Ik maakte mijn opwachting bij mevrouw Sandoz, de vrouw van de kolonel die ik in Den Haag heb ontmoet, een pientere, intelligente dame. Ik bracht haar de complimenten van lord Marischal over. Ze was zeer openhartig en zette me frank en vrij haar geloofsbelijdenis uiteen, die erg op die van Rousseau leek. Na het diner reed ze met me naar mademoiselle [Jeanne-Louise] Prevost, die ik dolgraag wilde ontmoeten, omdat ze tot op zekere hoogte Zélide [= Belle van Zuylen] heeft opgevoed, van haar achtste tot haar dertiende haar gezelschap is geweest en haar mee naar
Genève heeft genomen.
Mademoiselle, een oude, beschaafde ongetrouwde vrouw, was zeer lovend over haar knappe vriendin. Ten onrechte stelde ik al te vrijuit Zélides tekortkomingen aan de orde, zowel tegenover mevrouw Sandoz als mademoiselle Prevost. Ik kreeg hier een portret van Zélide te zien waardoor ze me weer helemaal en in al haar charme voor de geest kwam. Ik had haar
lief.
Toen ging ik langs bij kapitein [George] Bowyer, waar ik enige tijd heb gezeten, en bracht daarna de avond door bij kolonel [Jean-Frédéric] Chaillet. Daar trof ik mademoiselle Prevost weer, die me een brief van Zélide liet zien, waarin ze vertelt dat ze 'schokkende fabels' had geschreven, en de libertijn d'Hermenches 'haar edele vriend' noemde. Ik besefte dat ze een ongrijpbaar, onprincipieel meisje was. Gelukkig maar dat ik niets met haar
had.178-2017>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten