Een keuze uit zijn dagboeken is gepubliceerd in Nooit rijk, nooit tevreden, nooit verliefd (vertaald door Edith Koenders).
Zaterdag 3 maart 1866 [Amsterdam]
Warm, zonnig weer; Hasebroek bezocht die mij zijn portret schonk; hij gaf me een artikel van Kneppelhout over mij dat in de Leidsche Courant heeft gestaan. Naar Ten Kate gegaan, daar ontmoette ik zijn dochter, mevrouw Van Hengel. Hij heeft mij Het boek Job geschonken; hij was nog steeds verkouden. [...]
Donderdag 15 maart 1866 [Leiden]
Mooi, warm, zonnig weer; kreeg van een jongedame een boek* van haar hand over beroemde personen toegestuurd, ik heb daarin een plaatsje tussen Napoleon en Mozart gekregen, het bracht me erg in verlegenheid. De schrijfster bezocht en haar mijn portret (Zweeds) geschonken. [...]
Zondag 18 maart 1866 [Den Haag]
[...] Wat is het toch heerlijk om rond te reizen, om in een grote stad te verblijven, geheel onbekend, geheel een vreemdeling te zijn en toch met zekerheid te weten dat je vrienden hebt, onbekende vrienden; mocht er iets ernstigs gebeuren, stel dat je ziek wordt of dat je eenzaam bent, dan weet je dat je vrienden zullen komen en je niet langer een vreemdeling zult zijn, dat gevoel heb ik vanavond; ik voel me thuis. Iets over negenen naar bed.
Woensdag 21 maart 1866 [Den Haag]
[...] Daarna naar Bosboom gegaan, die een zeer schilderachtig atelier heeft met oude kasten met houtsnijwerk etc. Zijn vrouw, de schrijfster, geboren Toussaint, ziet er erg oud uit; zij en haar man hebben mij beiden hun portret gegeven en zij eveneens een van haar boeken. [...]
* Boek: De jeugd van beroemde mannen door Agatha van Agatha, pseudoniem van Reinboudina de Goeje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten