zondag 14 maart 2021

Michel van der Plas • 14 maart 1974

• Schrijver Michel van der Plas (1927-2013) bracht in 1974 twee bezoeken aan de Verenigde Staten, en hield toen een dagboek bij dat later is gepubliceerd als Amerikaans dagboek.

Maandag
Zo is dat altijd, de eerste morgen in Amerika: je bent om drie uur 's morgens klaarwakker (het lichaam zegt gewoon dat het negen uur is en dat je er allang uit had horen te zijn). Om zes uur loop ik buiten. in het eerste beetje daglicht. Lege straten, miezerregen. Maar Riker's, op de hoek van de 57ste Straat, is al open voor de heel vroege ontbijters. Ik zit aan het ronde buffet. Links van me neemt een jong meisje plaats. Haar haar zit slordig, ze fatsoeneert het geregeld met haar handen, of probeert het tenminste, en er rolt een oorbel uit: een heel dun goedkoop ringetje. Ik raap het op, zie nu haar exotische, of wat is het, excentrieke kleding: een tuniekpak met wijde broek in helle kleuren: blauw, rood, geel, goud en een raar groen hemd eroverheen. Ze ziet eruit of ze van een feestje komt. Op haar hoofd heeft ze een wollen mutsje. Wat doet zo'n meisje om kwart over zes des ochtends hier? Twee negers, verderop, komen op haar af, gaan aan weerskanten van haar staan, fluisteren van alles in haar oren. Ze houdt haar handen ervoor, buigt haar hoofd voorover, de twee mannen geven het op. Nauwelijks zijn ze weg, of er komt een tweetal mannen links van haar zitten. Die vragen wat ik mezelf ook afvroeg: 'Moet jij niet thuis zijn?' Ze haalt haar schouders op. 'Ben je negentien?' Nee: 'Achttien?' Nee. 'Zeventien?' Nee. Ze wijst met haar duim omlaag. 'Zestien?' Ze knikt: 'Bijna.' 'Going anywhere?' 'No, leave off.' Ze eet haar geklutste eieren, laat haar brood liggen, drinkt haar glas water op, betaalt en gaat.
Ik kijk mijn krant in, stap een kwartier later ook op. Buiten voor de deur, bij het stoplicht, staat ze in de regen. Kijkt me aan. Moet ik iets zeggen? 'Can I help you?' vraag ik. Ze glimlacht een beetje. 'Ja,' zegt ze, 'met een paar dollars.' 'What for?' 'To buy some stuff.' 'What sort of stuff?' 'Well, you know...'
Later gedacht: ik had iets moeten doen. Maar wat?

Ik zie haar nog langzaam weglopen in de regen, richting Central Park.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten