zondag 6 december 2020

Johan Goerée d'Overflacquée • 5 december 1918

• Onder het pseudoniem Johan Goerée d'Overflacquée schreef Haagsche Post-eigenaar/hoofdredacteur S.F. van Oss (1868-1949) gedurende twee jaar een dagboek, waarin de dagelijkse beslommeringen van een "welgekleede hagenaar van goeden huize" worden afgewisseld met diens visie op de wereldgebeurtenissen.

Donderdag 5 December.
In den morgen naar stad met mijn vrouw, dewelke nog eenige inkoopen te doen; de winkels vol publiek, en de winkeliers zeer tevreden, hoewel niet zoo goed als andere jaren. Waarop samen geluncht, zeer uitstekend, in Royal; en ad f 2.50 niet te duur, maar ƒ 1 voor het bier daarentegen bedenkelijk. Waarop zij naar huis, en ik naar de Witte, en aldaar 2 gedichtjes gecomponeerd; zijnde bij mijn vrouw's voetzak:
 „Sint's advies aan rijk en arm:
 Hoofden koel en voeten warm!" 
en voor Amalia: 
„Zonder zak zijn vrouwenkleeren
Dies zal Sint zich permitteeren
Deze tasch u te vereeren."
Waarover zeer wel voldaan; en geloof het met eenige oefening in de poëzie ver zoude kunnen brengen. Verder, over de politiek vernomen, het gevaar voor Bolsjewix in Duitschland minder; daarentegen echter een campagne in België tegen ons land. Doch over de laatste met Bar. de Castagne sprekend, hij positief dezelve geleid door irresponsabele personen. Maar zegt hij de Keizer zal moeten worden uitgeleverd, en verder het eens Duitschland den geheelen oorlog te betalen. En van Blabbers het Kamerlid vele bijzonderheden over de begrooting, en de belastingen weder hooger dan ooit; doch Wijnkoop's verzoek om interpellatie met groote meerderheid afgewezen;. en vertelde B. mij verder onze Bolsjewix nu doelende op afschaffing van alle titels en ordeteekenen, hetgeen wel het toppunt. Thuis den Sint gevierd, en in totaal 29 pakketten, waaronder voor mij van Amalia een keurig gebonden boek voor 1919, met inschrift: 
„Teeken op hier dag aan dag,
Al hetgeen gebeuren mag
Wel doorkruid met uw gedachten,
Tot heil en leer der nageslachten." 
Verder van mijn vrouw twee paar bedsokken, dewelke waardige tegenhangers van den voetenzak . Voorts van zwager Hendrik 50 sigaren; van Marinus, mijn schoonzoon een lederen foudraal voor zilverbons, en van den kleinen Johan een eigengemaakt aschbakje van glas, waaronder postzegels geplakt. En bij boterletter (dewelke volgens mijn vrouw thans ƒ 4,- het pond) heete punch gedronken, en zeer genoegelijk vroeg te bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten