Charlotte Brontë aan Ellen Nussey
23 december 1848
Lieve Ellen,
Emily lijdt geen pijn meer en haar verzwakking is ten einde gekomen. Ze zal nooit meer lijden op deze wereld. Na een hevige, korte strijd, is ze niet meer. Ze stierf dinsdag, dezelfde dag dat ik je voor het laatst schreef. Ik achtte het mogelijk dat ze nog weken bij ons zou zijn, en enkele uren later was ze in de eeuwigheid. Ja, er is geen Emily meer in de tijd of op aarde. Gisteren hebben we haar arme, weggeteerde stoffelijk overschot in de kerk begraven. Op het ogenblik zijn we heel kalm. Wat heeft het voor zin om dat niet te zijn? De pijn haar te zien lijden is voorbij; het aanzien van de doodsstrijd is voorbij; de dag van de begrafenis is voorbij. Wij hebben het gevoel dat zij nu rust heeft. Ze hoeft niet meer te rillen vanwege de zware vorst en de scherpe wind. Emily voelt ze niet langer. Ze is gestorven in een tijd van belofte. Zij is ons ontnomen in de kracht van haar leven. Maar het is Gods wil en de plaats waar zij naartoe is gegaan, is beter dan die welke zij heeft verlaten. God heeft me in deze ondenkbare kwelling bijgestaan op een manier waarover ik me verwonder. Ik kijk nu naar Anne en wenste dat ze gezond en sterk was; maar dat is ze niet, en Papa ook niet. Zou je nu een paar dagen naar ons toe kunnen komen? Ik vraag je niet om lang te blijven. Schrijf me om te zeggen of je volgende week zou kunnen komen, en met welke trein. Dan probeer ik een rijtuig naar Keighley te sturen om je op te halen. Je zult ons in een kalme toestand aantreffen, naar ik hoop. Probeer te komen. Nooit eerder heb ik zo'n behoefte gehad aan troost door de nabijheid van een vriendin. Jij zal weinig plezier aan het bezoek ontlenen, natuurlijk, behalve dan wat je medelevende hart zal leren doordat je goed bent voor anderen.
Zo mooi verwoord, prachtig!
BeantwoordenVerwijderenLijden is van alle tijden ...maar er positief mee omgaan doet ons met deze tekst er wel even weer bij stilstaan.
BeantwoordenVerwijderen