• August Vermeylen (1872-1945) was een Vlaamse schrijver. Zijn dagboek 1939-1944 is gepubliceerd als 'Ik denk nog het best met een pen in de hand'.
Di.14.12.1943
Dezen nacht heb ik in mijn diepen slaap twee romannetjes gedroomd. Eén is me volkomen ontgaan, van den anderen herinner ik me duidelijk alles. Ik was heel blij, een nieuwe formule gevonden te hebben: den korten roman, niet meer dan een veertigtal bladzijden lang, en toch geen novelle, want met een geleidelijke ontwikkeling. Zoo iets dat in den tijd van de film past, dacht ik. Ik had de eerste regels al geschreven en toen bedacht ik een ander begin. Daarom ging ik op mijn divan liggen en Jo [zijn dochter] kwam me zeggen: noemt gij dat werken? Ik legde haar uit dat het tóch werken was. En toen ontwaakte ik. Het onderwerp was dit: in een zeer afgelegen Spaansch dorp, wild-primitief (daarom ook in Spanje, niet in Vlaanderen) wil een jong ingenieur van die bevolking echte menschen maken, hij voert langzamerhand een geheele beschaving in, voert groote werken uit, verdrijft de ziekten, enz. Het is een soort van communistisch staatje, de menschen gaan er op in hun geluk en vereeren hun weldoener als een halfgod. Maar naarmate zij hem vereeren voelt hij zich meer vereenzaamd, hij is niet meer een onder hen, gelijk met hen: de liefde wordt hem onmogelijk, zijn macht maakt hem ongelukkig. Maar om het geluk van de gemeenschap te vrijwaren, is hij gedwongen zijn macht te gebruiken, harder te worden; en dan keeren zijn menschen zich tegen hem, de vrijheid die hij hun geleerd heeft gebruiken ze op hun wijze en vermoorden hem. Hier eindigde mijn droom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten