dinsdag 29 december 2020

David Koker • 29 december 1943

• Tijdens zijn gevangenschap en tewerkstelling in Judendurchgangslager Vught hield David Koker (1921-1945) gedurende een jaar een dagboek bij, dat gepubliceerd is als Dagboek geschreven in Vught. Hij werkte in Vught voor Philips, wat hem later in Auschwitz een beschermde positie opleverde. Hij overleed aan de gevolgen van een ziekte.

29/12 [1943]
Zoeven een mooie scène: op kantoor. Een Läufer van de Politische abteilung komt binnen en zegt: de Vries is die hier? No... Die kan naar huis gaan. Eerst omkleden. De Vries zegt alleen maar: mijn gebit is in reparatie, kan ik nog naar de tandarts gaan? Een paar mensen geven hem een hand. De meesten niet. Maar onderling, er zijn net veel mensen aanwezig, worden handen gedrukt en klopt men elkaar op de schouder. Van Wijk is het midden van ovaties. De Vries pakt eenzaam starend zijn boeltje bij elkaar en gaat. Eerst naar de tandarts en dan naar huis. Barend heeft een krans omgedaan en roept door de microfoon de Wit. De microfoon blijft nog een tijdje aanstaan. Men merkt het te laat... Erich perst de lippen op elkaar en zegt: 'nah, der war sehr beliebt'. In Vught wordt inderdaad nog wel oprechter trouw, dan tussen man en vrouw gevonden. Men vergeet hier wel heel gauw. Van de week met het bezoek waren Häftlinge meegekomen. Die werden gezoend door getrouwde vrouwen dat het klapte. En dat betekent dan weer niet dat men niet om de ander geeft. Die blijft toch de enige, de liefste, zegt men. En men is hogelijk ontroerd als men post krijgt. Zo was er een vrouw, wier man in Amsterdam zit, die nauwe relaties met een Häftling onderhield, en die dat dekte door te vertellen, dat hij haar berichten van die man bracht. Ongetwijfeld op aanschouwelijke wijze. Noemt men dit niet Dalton? Men begrijpt het ook niet precies. Een beetje overdreven dame zegt tegen een andere, die met haar man pleegt samen te werken, maar die man is nu ziek: 'Een hele leegte zo 's morgens', en de andere dame antwoordt: 'och, niet zo erg'.
Er zijn daar drie electriciens aan het werk en twee man die de kachels aanmaken. Het misverstand was lang niet direct opgehelderd. Thea is aanbiddelijk monogaam, doet net of ze niets weet en spreekt tegen R.P. schande over die mannen die het maar met andere vrouwen houden, en van hun eigen vrouw dankbaar de pakketten aannemen en lieve brieven naar huis schrijven. P. krijgt een rood hoofd en wordt zeer onbehagelijk. In het FKL rollen 's nachts de meiden en vrouwen met de SS over de grond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten