• Max de Jong (1917-1951) was een Nederlandse dichter. Zijn dagboeken zijn onlangs gepubliceerd.
Vrijdag 3 december
Op een ongelofelijke manier uitgeslapen. Dit divanbed is ellendig hard, bepaald niet goed voor de bloedsomloop.
Op de Rbstr. gegeten, Jaap H. was er niet, wat gek.
Bij het RAIgebouw meende ik Hilletje te zien lopen, die als ze het was deed of ze me niet zag (begrijpelijk) en de kant uitging van, laat ik maar zeggen van Aad.
Naar Mienie gelopen, maar daar geeft de ploerterij steevast niet thuis.
Om negen uur thuis. Nou hè, en de radio naast me hè, die speelde keihard hè, ja natuurlijk hè, hihihihihuh. Lou Bandy en zo, die moesten ze doodschieten.
De valse munters [van André Gide] uitgekregen. Kranig. Nou een kamer zien te vinden.
Zaterdag 4 december
's Morgens was ik nog op de been. Weer even achter dat dekentje heen geweest, het was er nog steeds niet, ze werden een beetje brutaal.
Geslapen, natuurlijk niet lang genoeg.
Gegeten Asva.
's Avonds radiogedender.
Niets gedaan natuurlijk, vruchteloos zitten tobben over het woonprobleem.
'Zondag 5 december
Op het voorkamertje geslapen. Om elf uur begon de radio onder me te spelen, maar die van Engel was nog erger. Eigenlijk helemaal niet geslapen. Tenslotte maar opgestaan. Radiolawaai naast me niet te harden. Tenslotte maar de straat opgegaan. Boekenoogen was niet thuis. Hans Engelman wel. Van vier tot half zeven bij Hans Engelman zitten ouwehoeren. Hij is zijn meisje kwijtgeraakt aan Wim van der Molen, en dat loopt nu door elkaar, het is trouwens een door de wol geverfde Eylders-griet. Dus denk voortaan aan gonocokken in die hoek!
Gegeten op de Asva. Juffrouw verrekte het om me een glaasje water te geven. En ik begin er achter te komen, dat naast het voorkamertje een keiharde radio opgesteld is. Wij zien het allemaal zeer somber in.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten