zondag 20 december 2020

Ard Schenk • 21 december 1970

Ard Schenk (1944) is een Nederlandse schaatser. In december '70/januari '71 schreef hij een soort dagboekcolumn in de Haagsche Courant en het Rotterdamsch Nieuwsblad.

Ard apart, maandag 21 december
‘Een overwinning op de Noren met een verschil van negenendertig punten: wie had dat kunnen denken? We hadden natuurlijk wel hoopvolle verwachtingen, maar niemand van ons had er op gerekend, dat die eerste zege op Noorwegen zo royaal zou uitvallen. Het plezierigste voor Nederland is, dat de hele ploeg er zo'n groot aandeel in heeft gehad. De instelling, de mentaliteit, is de basis geweest voor dit succes. We hebben nu als één team gereden en die formidabele ploeggeest sloeg op alle jongens over, zodat wij er allemaal stuk voor stuk voor hebben geknokt. Wat tot gevolg had, dat ook onze zogenaamde “middengroep” puntenwinst kon boeken.
De Noren waren duidelijk verrast. Zij hadden misschien wel met een kleine nederlaag rekening gehouden, maar dit verschil heeft hen gewoon overbluft. En ik vind niet, dat zij daar sportief op hebben gereageerd. Hun houding op de vijf kilometer was ronduit slap, een beetje onsympathiek zelfs. Ze trokken om te beginnen Ivar Eriksen al terug en de rest, uitgezonderd Stensen, Guttormsen en Olsen, gaf zich eigenlijk al bij voorbaat gewonnen. Dan ben je een slechte verliezer. Wat toch merkwaardig is als je al zóveel landenwedstrijden van Nederland hebt gewonnen.
Maar al met al staan wij er goed op. Eddy Verheijen, die een voorbeeldige wedstrijdmentaliteit heeft, reed een schitterend toernooi. Jan Bols en Jappie van Dijk zitten in de lift, Peter Nottet houdt de vorm goed vast, Ronnie Nooitgedagt verraste met een sterke vijf kilometer, Piet Vink deed het op die afstand in zijn eentje ook lang niet slecht en Kees heeft volgens mij bewezen, dat hij weer een van de belangrijkste titelkandidaten wordt.
Ja, en dan wat me zelf betreft: ik ben natuurlijk erg tevreden. De laatste weken in Hamar ging het al erg lekker, maar ik had niet verwacht, dat ik nu al zo gemakkelijk, zó snel zou rijden. Dat is kennelijk het resultaat van twee weken serieus trainen en een goede instelling. Waarschijnlijk zal men zich links en rechts afvragen of ik niet te vroeg in vorm ben. Maar dat is voor mij geen probleem. Het beangstigt me helemaal niet. Ik heb trouwens op de drie kilometer gemerkt dat ik er nog niet ben.
Daarom blijf ik gewoon doorgaan met een rustig oefenprogramma, dat op tempo-training is gericht, en ik zal tussendoor ook enkele wedstrijden rijden. Mijn enige zorg is de gezondheid. Want als je “op scherp” staat, loop je veel risico. Dan ben je kwetsbaar. Denk maar aan Kees Verkerk, vorig jaar.
Ik geloof echter wel, dat ik zelf voel wanneer ik het kalmer aan moet doen. En zo ver is het voorlopig nog niet. Ik wil trouwens nog wel even een restrictie maken ten aanzien van mijn persoonlijke successen in deze landenwedstrijd: men moet niet vergeten, dat deze vier “kleine” afstanden mij erg goed liggen.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten