• Jan Terlouw (1931) is een Nederlandse schrijver en voormalig politicus. In het najaar van 2004 hield hij op verzoek van uitgeverij De Prom een 'herfstdagboek' bij, dat is gepubliceerd als Achter de barricaden.
Donderdag 2 december
Gisteravond is prins Bernhard overleden, drieënnegentig jaar oud. Hij was een man met sterke en zwakke kanten, zoals zovelen van ons. De woorden Greet Hofmans en Lockheed zullen niet van de lucht zijn, de komende dagen. Wat ik nooit heb begrepen is dat iemand die zei zo van de natuur en van dieren te houden, ook graag jaagde. Premier Balkenende noemde hem een man om van te houden'. Dat gaat misschien wat ver, maar ik begrijp wat hij bedoelt. Ook ik heb prins Bernhard natuurlijk de nodige malen ontmoet. Het viel op hoe hartelijk hij me begroette. Je zou denken dat we intieme vrienden waren. Ik neem aan dat dat zijn gewone manier van doen was, maar het zegt toch wel iets: warmte. Ik herinner me de Ginkelse hei, september 1994. Het was vijftig jaar na de slag om Arnhem. Er waren droppings en oefeningen, veel militairen op de been. We stonden, urenlang. Ik zei tegen de prins: 'Gaat u toch zitten op die bank daar, bij de oud-commandant van de paratroopers'. Die was ook in de tachtig. Maar daar wou hij niets van weten. Zolang de manschappen stonden, stond hij ook. Wel klopte hij op een gegeven moment op mijn jas en zei: 'Zeg commissaris, heb je daar niet een heupflesje zitten?' Toen dat niet het geval bleek, stuurde hij een luitenant-kolonel op pad, die na verloop van tijd terugkwam met een fles jonge jenever en een blad vol glaasjes.
De oud-strijders hebben hun commandant zijn misstap met Lockheed allang vergeven. Ik begrijp dat. Sommige relaties zijn zo positief dat ze een stootje kunnen hebben. Ik had met hem te doen toen hij een tijdlang zijn uniform niet mocht dragen, al leek de maatregel me juist. Op een ochtend eind jaren zeventig schoot de toenmalige premier Van Agt me aan in het gebouw van de Tweede Kamer. Ik was toen een van de fractievoorzitters van de oppositie. Hij zei dat hij de prins toestemming had gegeven om in uniform naar de begrafenis van zijn oude strijdmakker lord Mountbatten te gaan. 'Ik weet dat ik fout zit,' zei Dries, 'maar ik kon het niet laten. Als je er politieke stampij over wilt maken, dan moet dat maar.' Die heb ik natuurlijk niet gemaakt. En mijn collega-fractievoorzitters evenmin. We konden de overwegingen van Van Agt heel goed navoelen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten