• Onderstuurman Hubregt Kempe deed verslag van een mislukte handelsexpeditie naar de Stille Zuidzee, in 1724-1727 - een tocht vol ontberingen. Het verslag is gepubliceerd als Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuidzee-expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie, 1724-1727.
Den 4e ditto gingen wij met al het volck na het eijlandt om te zien off wij nog meer schapen konden becomen. Maer wij konden die niet meer vinden.
Den 5e ditto hadden wij smorgens mooij weer. Zoo gink ik met de oppermeester nog eens met de sloep na de vaste wal toe, heel in de bogt, om te zien off wij daar nog eenigte ververssinge konde becomen. Als wij aan het land met de sloep qumen, soo quamen der wel 20 indianen te paerde na ons toereijden, want zij meenden dat wij Spangjers waren, maar als wij bij haar quamen, zoo wierden wij seer vriendelijk van haar verwellecomt, en quamen ons nog te hulpe om de sloep in een sloot te halen daar zij geen schade konde krijgen. Want wij kregen zooveel wint uijt het zuijden dat wij in dien avont of nagt niet aan boord konde komen, zoodat wij daer moesten overnagten. Wij versogten haar dat zij ons dogh eenigte veverssinge zoude bijsetten, hetwelck zij niet bij haar hadden. Maar 4 à 5 dagen reijsens hadden zij vee in overvloet landwaart in gebragt. Als zij ons met de sloep zagen aancomen, want zij waren bevreest, denckende dat wij Spanjers waren, want als die hier quamen, roofden en namen zij aldat zij sagen en konden vinden. En gaven de indianen nog slagen toe. Zoodat zij zeer benaeuwt voor de Spanjers waren. Ook zaeijden en plantentede sij niet meer, ook hadden zij anders geen vee bij haar als dat zij dagelyx konde verconsumeren, omdat zij verscheidemalen alles waren afgenomen dat zij in de wereld hadden. Ook was hier een fortres, hetwelck zij de naam gaven van Arauco, hetwelck ook in de boecken en caerten beschreven staat. Daer de indianen de Spangjaerden verscheidemalen uijt hadden verdreven, want zij konden het daar niet houden desen oorlog tusschen de Spanjaerden en de indianen hier. Arauco heeft al over de 200 jaren geduurt, maar de Spanjaerden en kunnen daar geen meester van blijven. Het heeft niet meer als een vlacke sand-strandt daar de zee geweldig tegen aan slaat, zoodat men daar niet gemackelijck aan kan komen. Ook is het eijland Sinte Maria en de vaste kust een seer vrugtbaar eijland daar van alles opgroeit en wast, het zij van tarwe en gerst, papatas, erten, boonen, appelen, peren, kersen, druijven, appelekoosen, rapen, aardbesien, als kleijne hoendereieren, en meer andere fruijten en groente meer. Zoodat dit hier een zeer vrugtbaar land is, maar het werd niet terdegen onderhouden. Omdat zij den eenen dag daar meester af zijn en den anderen dag wederom niet. Zoodat wij hier zeer weinig ververssinge konde becomen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten