• Uit een brief van de Italiaanse componist Giuseppe Verdi (1813-1901) aan zijn muziekuitgever Giulio Ricordi. Uit: Autobiografie in brieven (vertaald door Yolanda Bloemen).
Sant' Agata, 10 juli 1871
[...] De opstelling van het orkest is van veel meer belang dan men gewoonlijk meent, met het oog op de vermenging van de instrumenten, voor de klank en voor het effect. – Deze kleine verbeteringen zullen vervolgens de weg vrijmaken voor andere vernieuwingen, die beslist op een dag zullen komen; daartoe behoort dat de toeschouwersloges van het toneel verwijderd worden en het gordijn tot aan het voetlicht komt. Verder: het orkest onzichtbaar maken. Dat idee komt niet van mij, het is van Wagner: en het is een uitstekend idee. Het is niet voor te stellen dat we het vandaag de dag tolereren dat die vreselijke frakken van ons en die witte vlinderdasjes te zien zijn tussen de Egyptische, Assyrische en Druïdenkostuums etc. etc.; en dan is ook nog het gehele orkest, dat een deel van de fictieve wereld is, ongeveer in het midden van de parterre te midden van de menigte die fluit of applaudisseert te zien. Voeg daar nog bij hoe afschuwelijk het is om de toppen van de harpen, de grepen van de contrabassen, en het gezwaai van de dirigent te zien. [...]287-2018>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten