Maandag, 1 april 1872
's Morgens gelezen in Goethes Liebschaften und Liebesbriefe waarin gesproken wordt over Goethe's eerste liefde voor Gretchen.
ll 1/2 uur uit. Het had de geheele morgen geregend, maar nu was het droog. Overal de driekleur, oranjewimpels, en groengemaakte huizen etc. Met familie Vollenhoven naar de Ada [schip]. M.V. [Marie van Vollenhoven] zag er erg vrolijk en lief uit, met een oranje roos boven op haar hoed. Op het schip stond ik naast Lotje Jacob, die vrolijk was als altijd. Voor ons organiseerden zich de 60 Batavieren, slechts één zagen wij dronken wegbrengen. Zij voldeden zeer goed. gekleed in beerenhuiden en schapenvachten, lang blont haar, gewapend met knotsen en strijdbijlen. De vrouwen der Batavieren in een ruwe wagen getrokken door ossen waren zeer leelijk en kwamen in regenmantels. Verdere optocht bepaald schitterend, Jacques Vollenhoven als Willem I schitterde niet boven de anderen uit door costuum of houding. Jongens van ambachtschool met triompfwagen zeer aardig. Zeilmakers zeer netjes, vooral hun boot met pagaaien [roeiriemen]. Vleeschhouwers, sommige in oud costuum, alle zeer netjes, met blinkende bijlen, deden mij denken aan de ferme slachters, gilde uit den Leeuw van Vlaanderen. Erasmus, studeerende op zijn wagen, uitstekend. Turnvereeniging eenvoudig en netjes. Het geheel imposant, en een waardige optocht voor een groote vrijheidslievende koopstad. [Brielle]
Van het schip naar 't Hooft, waar ik de optocht nog eens op mijn gemak zag. Daar het ondertusschen hard geregend had, zagen alle maar vooral de Batavieren er wat minder netjes uit. De oude krijgers, dragers van het zilveren kruis genoten bepaald, dikwijls kwam men hen van uit het volk de hand drukken. Met Frans 't Hooft naar Fritschy, van daar weder naar feestterrein, waaraan verschillende afdeelingen van de optocht terugkwamen. Eten bij Vollenhoven. Naast M.V., gezellig. Na het eten even in de tuin, regen, in koepeltje met M. en E[mmerentia van] V[ollenhoven] en een logee freule Dido etc, daarna op zolder gehangen, gezeten, gepraat, geklaagd over regen. Fockema en Vogelsang uit den Briel, laatste erg opgewonden over Willem III die 3 kwartier stil had gestaan, en te voet door den Briel was gewandeld. Om 8 1/2 met hen, Jacques Vollenhoven, D. Havelaar, Riemsdijk, Frans 't Hooft en Jaap Mees van Willemskade op het feestterrein, dat kolossaal netjes versierd en geëlimineerd was, vooral de boog aan het einde. Hoorden muziek en zingen van mannenkoor. Toen de stad in, overal vrolijk vol, nergens standjes, vlaggen, groen geëlumi-neerd. Hetgeen de armere menschen langs de Dijk, de steegjes van Dijk naar Baan, en steegen tusschen Hoogstraat en Vest, doen ter opluistering van het feest staat in geen verhouding tot hetgeen de rijkere doen. De liefde voor Oranje is het sterkst onder de lagere klassen. Op Hoogstraat, Wagenstraat etc. vele optochten van zingende mannen en vrouwen geheel in oranje en wit. Zien groote markt, waar een naald mooie eluminatie van Bunnekamp & Mähler en Sinckel. Drinken bier in Taverne Alsacienne, Beierman bij ons. Zien Delfsche poort, prachtig geëlumineerd. Door Raamstraat en Zandstraat terug. Bezoeken in Zandstraat [beruchte uitgaansstraat] 3 danshuizen. Groote en Kleine Fontein, en London Packet, alle even walchelijk. Rondom zitten boeren met open monden te kijken, sommige met vrouwen of dochters. Midden door de zaal loopen allervuilste hoeren, in het wit met oranje sjerpen, rokken van onderen zwart van vuil en slik, van boven vuil door vele handen waarmede zij aangepakt worden, door jenever, bitter en cognac die over hen heen gestord worden, doorgezwete etc. gezigten alsof zij met pomade waren ingesmeerd.
Van Zandstraat naar Boompjes om vuurwerk op Maas te zien. Dit was niet veel bijzonders, altijd hetzelfde. Fockema, Vogelsang, Riemsdijk en Beierman af. Bier drinken bij Samuel. Salon des Mazes waar gedanst werd, direct weder uit. Walhalla kolossaal warm, hoorde een Zweedsch liedje, toen weer uit. Nog eens Zandstraat. Toen naar Zuid-Hollandsch waar wij andere vrienden zouden vinden. Dit was gesloten, na een tijd op een bank voor de deur te hebben gezeten naar Eisler, bierknijp, vol. Hier Barth bij ons. Tafel digt bij secreet, daardoor beefstuk eten onsmakelijk. Frits en Theo Löhnis, Govert en Ferrand Mees bij ons. Deze waren
met dames uit geweest, in de volte ieder dame aan arm. Van anderen gescneiden, zeer gezellig. Met hen gingen wij naar Lourens, hier werd niet gedanst, spoedig er weer uit. Na nog eens in Zandstraat de overtuiging te hebben versterkt dat de danshuizen walchelijk waren, splitsten wij ons en ging ik met Frits en Teo Löhnis en Barth van Stolk naar Bellevue, een chique kast. Wij kwamen in kamer beneden te zitten daar al het andere in gebruik was. 2 meiden disponibel. Elise, die uit haar bed kwam, heeft de geheele tijd in haar hemd bij ons gezeten. Zij was goed gewasschen tot aan haar voeten toe. Gezigt goed, beenen mooi. Op alles had zij direct een antwoord klaar, vrolijke prettige meid. Luchtige kleeding, zeer gezellig. Antoinette was niet leelijk maar sprak minder, en ook was zij pas met een man naar boven geweest, dit was een onsmakelijk idee, Nadat wij hier 2 uur gezeten hadden en ons uitstekend geamuseerd hadden, gingen wij naar buis, het was al dag en om 5 1/2 uur deed ik de deur open.
Jacob David Mees (1852-1875) was een bankierszoon en rechtenstudent. Hij hield van 1872-1874 een dagboek bij.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten