Donderdag 27 Maart 1947, 8 uur
Gisteravond laat heb ik den bewusten brief voor Posthuma nog gedicteerd, maar hij
krijgt hem pas vandaag, niettegenstaande zijn secretaresse aan Hannie Lenderink
had gezegd, dat hij dien dag nog een brief van mij verwachtte. Het is wel begrijpelijk,
dat deze haast mijn achterdocht nog een beetje versterkt. Ik hoop toch eerlijk,
dat het Kabinet ten spoedigste een beslissing neemt, want aan dezen krankzinnigen
toestand moet een einde komen. Natuurlijk vond ook De Boer deze geste van
Posthuma volstrekt onbegrijpelijk en toen ik het hem. vertelde, wees hij met zijn
vinger naar het voorhoofd. Dit lijkt mij een passend gebaar.
Gistermorgen had ik ook De Boer nog even bij mij, die mij vertelde dat men hier
in scheepvaartkringen bepaalde bedoelingen met hem had na zijn aftreden als
commissaris-generaal, gebaseerd op het feit dat hij, zoowel met de commissie-generaal
als met de Indonesische regeering, goede persoonlijke verbindingen had. Hij zei
nadrukkelijk: ‘Och, dit is natuurlijk nog maar een voorloopig idee en ik weet
heelemaal niet, hoe men er in Nederland over zal denken, maar je weet, dat deze
ontslag-aanvrage eigenlijk alleen een protest is. Ik zal echter graag aan den opbouw
van deze zaak, zij het dan in een andere positie, willen meewerken. Alleen heb ik
eerst een paar maanden vacantie noodig’. Ik vond dit gesprek nog wel even de moeite
waard om vast te leggen, omdat het echt de stemming van dezen man weergeeft, die
naar mijn gevoel op het oogenblik bezig is milder te worden tegenover de situatie
alhier. Het protest geldt op het oogenblik practisch alleen Den Haag. Het is ook wel
beroerd, dat het Kabinet hem nog geen draad antwoord heeft gegeven.
Wim Schermerhorn (1894-1977) was een Nederlandse politicus. Hij speelde een rol bij de onderhandelingen voor het Akkoord van Linggadjati (over de onafhankelijkheid van Indonesië) en hield over deze periode een dagboek bij.
>>> 27 maart 1947
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten