28 maart
Het laatste uur is het mooiste van de dag. Het landschap bestaat alleen nog maar uit over- en onderbelichte partijen. Rietkragen lichten feloranje op, het gras wordt dieper, de overdag grauwkleurige ezels zien rosser, zelfs mijn handen zijn bruiner. De struiken zijn al zo donker dat de details wegvallen. Daarna wordt het licht zachter en trekt de kleur langzaam uit het landschap. Alleen de hemel blijft nog een tijdje rood. Zelfs aan de meest grauwe dag valt dankzij het tweeduister nog wat te beleven.
De merels blazen hun waterfluitjes. Allemaal willen ze vlak voor het slapengaan nog eens oefenen, zich nog eens op hun best laten horen. Roodborsten gorgelen heldere klanken over en weer, naar elkaar. In de verte trompetteren Canadese ganzen; het geluid komt steeds dichterbij, vliegt over, en verdwijnt weer langzaam naar de andere kant. In de velden landen gakkerende eenden, en kieviten duiken nog eens roepend over het stukje land dat ze veroverd hebben. Een zanglijster blijft het langst volhouden. Zij zingt een nieuw lied, een dat ik nooit eerder gehoord heb.
Tien minuten later is het spektakel afgelopen. De hemel is weer leeg, het rood verandert in paars. Velden worden ondieper, struiken vervagen. In de schemering loop ik terug naar huis, in sommige woonkamers staren mensen naar de flitsende beelden van de televisie.
Achilles Cools (1949) is een kunstenaar die zijn inspiratie vindt in de biologie. Uitgebroed. Dagboek van een beeldenmaker.
>>> 28 maart 2004
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten