• Luuk Gruwez (1953) is een Vlaamse schrijver. In Het land van de wangen kijkt hij terug op episodes uit zijn leven. Het hart van het boek vormen de dagboeknotities die hij enige jaren bijhield naar aanleiding van zijn bezoeken aan zijn steeds verder aftakelende grootouders, Knor en Liesje.
Deerlijk, 15 januari 1994
Aderverkalking heette het vroeger. Het is avond en Liesje denkt dat het pas ochtend is. Wij krijgen een volledig leven om in ons eigen hoofd te gast te zijn, maar verknoeien het daar soms zozeer dat wij eruit worden gezet, uit ons eigen hoofd. Knor deelt zijn gebruikelijke bevelen uit: ik moet grondig controleren of alle deuren goed dicht zijn. Hij lijkt vandaag wel extra gemotiveerd om de dood buiten te houden. Maar die is al binnen: midden in het hoofd van zijn vrouw. Geregeld zucht hij: ‘C’est la fin des fins.’ Of nog: ‘C’est une femme finie.’ En ten slotte: ‘C’est la démence.’ Alsof hij zelf dement is en vergeet dat zij Frans verstaat, zelfs nu nog.
Het is 15 januari. Zo ver is de wereld al gevorderd. En ik geef haar die ooit mijn prinses was nog drie maanden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten