dinsdag 23 januari 2024

Italo Svevo • 24 januari 1896

Italo Svevo (1861-1928) was een Italiaanse schrijver. In 1896 hield hij enige maanden een dagboek bij, op verzoek van zijn toekomstige echtgenote, Livia Veneziani (1874-1957)

24 januari 1896
Ik ben gemeen geweest! Ik voel het meer dan ooit vandaag nu me verteld werd dat in de schouwburg de mensen in de zaal je eenvoud bewonderden. In je lieve oprechte gezichtje zocht ik daarentegen het verraad. Niet de hele avond! Het eerste deel bewonderde ik je net als alle anderen. Maar later kwam het vermoeden in me op dat jouw gedachten misschien heel ver van mij af waren. Jij weigerde voor de grap om ook maar een ogenblikje achter in de loge te blijven zitten en dat was verkeerd want daar in de duisternis kon ik een kleine liefkozing wagen waar ik gedurende de lange avond recht op had. Die haast om tot je publiek terug te keren was wat mij zo razend maakte. En ik begon zoals gewoonlijk te zinnen op de beledigende woorden die ik tenslotte ook vond. Ik zei tegen je dat ik niet uit genegenheid naar je keek maar om je te bespieden! Ik moet bekennen dat het me aan beledigingen niet ontbreekt.

24 januari 11 uur 10 min. v.m.
Wat ik niet uit liefde deed zal ik doen om van de jaloezie te genezen. Ik wil niet meer roken om minder prikkelbaar te zijn.

25 januari 1896
Gelukkig! Je moeder zei me door de telefoon dat je je beter voelt. Ze zeggen dat de liefde van muizenissen geneest. Maar ik heb er juist dubbel zo veel als eerst: om jou en om mij. Piero zei gisteren dat het van verkoudheid naar bronchitis maar een kleine stap is en de hele avond en later, bij de Piccolo, en daarna nog in bed, voelde ik mijn Livia heel, heel dicht bij de bronchitis. Weet je wat het is? Een benauwdheid, een koorts die je niet eens de gelegenheid zou laten te denken aan mij die aan je zijde zou blijven, meer dan ooit de jouwe want ik zou dezelfde benauwdheid, dezelfde koorts hebben als jij. En jij zou sterven zonder zelfs maar te bedenken dat je me zo jammerlijk alleen laat, want ik zou echt, helemaal alleen zijn. Ik ben er al zo aan gewend jou te beschouwen als de spil waar omheen mijn verlangens en mijn verwachtingen draaien. Vandaag is het een mooie heldere dag en mijn muizenissen bedaren als er geen sirocco waait. Ik bedenk dat ik gisteren je pols heb gevoeld. Tik! Tik! Er is geen vermoeidheid of onregelmatigheid in te bespeuren. Hij loopt rustig en gezond alsof hij bestemd was om eeuwig te duren. Ik zal dat altijd indachtig blijven en als ik muizenissen heb zal ik dan ook maken dat de muisjes uit een andere hoek piepen. Ik zal mezelf als de stervende zien en jou als mijn goede helpster. Je bent immers voorbestemd om voor verpleegster te spelen en je zult het doen. Ik zal heel lastig en humeurig zijn en je het leven zo zuur maken dat als ik het hoekje omga ik je oud en lelijk achterlaat zodat niemand je meer wil hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten