• Max Nord (1916-2008) was een Nederlandse dichter en journalist. Uit: Dagboeken van toen.
September - Simon [Carmiggelt] was gisteren in goede vorm, we hebben eindelijk weer eens gepraat: het soort gesprek waarin de ander ‘partij geeft’ en niet dat nutteloos geklets. Ik noteer een paar belangrijke punten betreffende Jan Campert over wie we het gister ook hadden: 1. Late bloei van een talent (Wim Hussem in ‘Deze week in Den Haag’). Dit karakterologisch uit te werken. 2. De stimulans van het leven dat door de dood bedreigd wordt en dáárom eindelijk de moeite waard wordt. 3. Hij heeft zijn adequate uitdrukkingsvorm nog niet gevonden, niet in de Sonnetten voor Cynara en niet in Een cel is twee meter lang. Dit waren nog niet de uiterste mogelijkheden.
Ik vertelde Simon dat ik in maart vorig jaar, toen ik bij Stols werkte, net als iedereen opgewonden was over de beslissing van Sander het veertiende sonnet uit de bundel te schrappen. ‘Rebel, mijn hart, gekerkerd en geknecht, / die aan de tralies van de al-dag rukt, / weest om ons tijdlijk lot geenszins bedrukt’; wat een regels!
Ik vond toen die bundel de belangrijkste van de oorlogsjaren, tot dan. En ik bedacht me dat ik daaglijks werkte met ‘Cynara’.
Literair, daarover waren Simon en ik het eens, staat Jan tussen Boutens en Bloem (Hussem eveneens). Via Jacques invloeden van Engelse lyriek (Wordsworth lijkt me, en Dawson natuurlijk). De klassieke ‘gedragen’ toon van Boutens die van jongs af veel, te veel invloed op hem heeft gehad. Ten laatste: met Jacques Gans waarschijnlijk de enige echte bohémien in onze literatuur.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten