zondag 24 september 2023

Jan van der Heiden • 25 september 1670

• Uit: Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brand-spuiten, en haare wyze van brand-blussen, tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde — door Jan van der Heiden.

De derde brand, die in 't zelve Jaar den 25 September op 't Realen Eiland voorviel, had vooral geen beeter uitval: ze ontstond in de Moutery van 't Potas vat, van achter tegens 't waater leggende: zyn voorgeevel en eene zy stond tegens breede straten, en d'andre zy lag gestrekt langs drie groote kooren pakhuizen; doch beide haddenze vrye muuren, en de laatste stonden meede van achteren aan 't waater en zylings aan een ruime Scheeps timmerwerf. Dus kon m'er van alle kanten zeer gemakkelyk by, en in de Moutery (alleen met graan, dat geen zeer brandelyke stoffe is, beleid) ging de brand zo langzaam voort, dat men tyds genoeg had, om een groote meenigte van d'Oude Spuiten en andere gereetschappen aan te brengen en te werk te stellen: waar meede men, volgens gewoonte, om 't vallen der muuren t'ontwyken, van verre tegens de buitegeevels en zymuuren aan spuite, zonder eenigzints het vuur van binnen te raaken of te blussen; dat ook endeling, hoewel zeer langzaam, in de gemelde Pakhuizen, die met eeven traag brandende stoffen, boven graan en onder zout, beleid waaren, indrong. De brand duurde byna volle drie daagen, eer de Moutery en Pakhuizen geheel vernield wierden, en 't instorten der kooren zolders smoorde telkens den brand grootdeels uit, die dan daar na zachjes weer verhefte; invoegen dat, zo men maar weinig waater van binnen daar de brand was had konnen brengen, men dezelve gemakkelyk zou hebben geblust, en alles behouden. Middelerwyl wierd, met den geheelen toestel van d'Oude Spuiten, daar af de brand geheel omringt was, en duizenden van Mensen en Emmers die 't waater daar in brachten en weer in 't wild vruchteloos uit spuittenden, niets ten voordeel uitgerecht; 't brandde al tot de grond of tot op 't zout toe af, wat aan een gehecht was; en men had werks genoeg om alleen de huizen, die aan d'andre zy van de straaten stonden, met Zeilen te dekken en nat te houden, omze voor de meenigte van vonken, welke 't instorten van de graan zolders t'elkens opwierp, te beveiligen. De Spuiten raakten ook door de gebreklykheit van haar maakzel, de eene voor en de andre na onklaar; zulx dat, wyl de brand zo lang duurde, de meeste van die in de Stad waaren hier by, en reddeloos weer af, gebracht wierden. De slechte uitval van 't effect der Oude Spuiten en Blusmiddelen by deezen brand, die dezelve schoon in zwaare steene gebouwen en traag brandende stoffe zynde, in 't minst niet hadden konnen blussen, deed ons zo klaar haar onbequaamheit en gebreeken zien, en wat'er in tegendeel tot de blussing vereist wierd, dat wy doenmaals voor 't eerst gedachten naamen van na beeter middelen te zoeken. De schaade wierd by de Geinteresseerde voor het minst geschat

aan de huizen op 30000 guld.
aan de goederen, zynde't graan meest geheel bedurven, op 50000 guld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten