• Jan Alensoon (1683-1769) was een Leids jurist en muziekkenner. Jan Alensoon was vermaard om zijn bijzondere stem. Hij kon drie octaven bestrijken zodat hij beschikte over een bas en een hoge falset. Hij is bekend gebleven vanwege zijn verslag van de grand tour die de Leidse regentenzoon tussen 5 september 1723 en 19 september 1724 samen met Marcus Drabbe maakte. De muzikale ontmoetingen uit dit verslag zijn door Helen metzelaar samengebracht in het boek 'Verwondering over mijn gezang'.
Maandag den 21 Augusti zijn de Heeren Godfried en sijn broeder met nog twee andere Engelsche die met mij van Chamberrij tot hier toe gereijst hadden, naa Turin vertrokken.
's Middags op een deftige maaltijd geweest bij den meer gemelde Ridder Head, die mij met verscheijde Engelsche heeren magnificq tracteerde. Hij had uijt een kaamer alle de meubilen laaten wegneemen en 't behangsel ook laaten afhangen, om naa den eeten daar in een concert te maaken. Dit musiecq wierd gespeeld en gesongen door liefhebbers soowel als meesters. Op 't versoek van den Ridder kwaamen der verscheijde heeren Genevoisen om mij de cantaat met een bas en een cant alleen te hooren singen. Ik song de selve verscheijde maalen, waarnaa verscheijde dames, in een andere kaamer geplaatst zijnde en mij de selve hebbende hooren singen, versogten mij de selve cantaat te sien singen omdat sij niet konden gelooven dat ik de cantaat met sulke schielijke veranderingen van stem alleen gesongen had. Ik song dan deese en nog andere cantaten. De eer die mij hier aangedaan wierd was meer als ordinair. Ik kreeg verscheijde heeren hier aan 't huijs daar de Ridder Head logeerde, als ook de volgende morgen aan mijn logement, die mij versogten uijt haar naam, soowel als uijt de naam van verscheijde heeren en dames van de eerste rang, om nog agt daagen te Genève te willen blijven mij alle beleefde presentatien doende die men doen kan. Teegens den aavond wierd dit geselschap met een deftig collation geregaleerd.
Agter het stadhuijs op de oude stads wallen laagen verscheijde stukken nieuw metaal kanon, om te lossen wanneer de Hertog van Savoije (of Koning van Sardinië) met sijn soon de prins van Piemont die naa Thonon gegaan was om de nieuwe princes van Piemont aftehaalen en het huwelijk te voltrekken, met het hofgesin voorbij Genève soude passeeren, om soo verders naa huijs te keeren. Deese stukken kanon zijn volgens een nieuwe inventie eerst vol en massif gegooten, waarnaa de loop er in gedraaijd en uijtegehold is door machines die door 't waater van de Rhosne beweegd worden. Deese stukken geschut worden beeter geoordeeld als die hol gegooten zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten