• Gerrit Kamphuis (1906-1998) was een (religieus) dichter en letterkundige. Dagboekfragmenten van hem zijn gepubliceerd in het tijdschrift Liter.
7 Augustus '36
Gisteravond op de kermis geloopen. Ik lees die als een boek. De geuren van zuurkraampjes en wafelbakkerijen worden afgewisseld door die van vruchten en benzinelucht der motorcarrousels. Ik zie, hoe de menschen zich vermaken, eten, drinken en vrijen. Soms, als er een aardig kind in een schiettent staat, neem ik een buks en geef ik een paar schoten af, en als ik een prijs heb (want ik schiet vrij goed) geef ik die aan een jongetje dat al een tijd naar al dat moois heeft staan hunkeren, niet omdat ik zoo edelmoedig ben, maar omdat het spullen zijn, waarmee ik toch niets kan doen, en omdat het zoo heerlijk is de vreugde over een onverwacht geschenk in de oogen van zoo'n jongen te zien oplichten.
Eenige dagen geleden voor enkele guldens in een opruiming de sonaten van Beethoven gekocht. Jammer, dat ik niet voldoende techniek heb hiervoor; want geestelijk liggen ze volkomen in mijn bevattingsvermogen. Steeds die vervloekte discrepantie bij mij tusschen geest en techniek; zelfs de techniek van het leven leer ik pas op den duur.
Van Dotje een hartstochtelijke brief na mijn lange zwijgen. Toch is het geen vrouw voor mij; energiek, gevoelig en vol temperament, maar praat te veel.
In de Poètes de la N.M.F. een heerlijk gedicht van Mallarmé gelezen: ‘Brise Marine’. Alleen zijn de laatste regels zoo cryptisch, dat ik ze nog niet ontraadselen kan. Overigens ademt het de geest van Baudelaire, maar het is modern-gevoeliger van raffinement.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten