• Antonie Duyck (1560-1629) was vanaf 1621 raadpensionaris van Holland. In 1593 was hij advocaat-fiscaal van de Raad van State en hield in die functie een journaal bij waarin hij verslag deed van de militaire campagnes van prins Maurits.
Tjaer 1595 begonst mette troubles vande Italiaenen ende den viant tot Hilvarenbeeck vergaedert, waeromme Sijn Ex[cellen]tie naer Gornichem getoogen was om alle quaet voornemen vanden viant te beletten ...
[Den 12en Januarij]
Den 12en Januarij ontlaete [dooide] het noch seer weynich, ende omdat men verstaen hadde dat Sijn Extie van meyninge was weder naer den Haege te keeren ende het soe seer niet en doyde dat de revieren ofte diepten consten oopen kommen ende de Staeten Generael geraetsaemer achten dat Sijn Extie noch tot Gornichem bleeff om alle invasien te voorcommen hebben se een poste afgeveerdicht ende hem versocht noch te willen blijven tot Gornichem tot dat de diepten souden beginnen open te gaen.
[Den 13en Januarij]
Den 13en Januarij quackelde het noch al aen ende quam hier in tlant den gewesen Capitein Lanchaer, die mettet volck naer Vranckrijck mede getoogen was ende bracht seeckerheyt dat den Coning last gegeven hadde aenden Hartoge van Bouillon om eersdaechs de oirlogen in tlant van Lutsemborch te beginnen, daertoe den Hartoge sijn volck hadde doen vergaederen tegen den 12en deser. Bracht mede tijdinge dat de vaen ruyteren vanden Baron van Peche verloopen was, terwijle den Lieutenant Sapoigne in den Haege was geweest om de commissie te solliciteren.
[Den 14en Januarij]
Den 14en Januarij begonstet weder te vriesen ende vertoogen de Italiaenen van Sprange naer der Heyde om mette peerden beter in tlant van Brabant te konnen commen, om haer contributien te executeren, dewijle den viant met sijn leger stil was tot Turnhout, bij dewelcken gecommen was den Graeve van Belgeosa te vooren bij den gemutineerden ontslaegen. Desen dach tooch een goet deel van tvolck vanden Hartoge van Bouillon doir Sedain om in tlant van Lutsemborch inne te vallen, hoewel noch scheen off sulcx niet met behartinge bij den Coning ofte de Francoisen gedaen en werde, maer dat se altoes een achterdeure wilden openhouden.
[Den 15en Januarij]
Den 15en Januarij vriestet seer, waeromme d'ingesetenen vande Betuwe weder aen tbijten vielen om de Waele alles op te bijten ende soe heur selven te verseeckeren. Desen dach quam tvolck vanden Hartoge van Bouillon in de grensen van Lutsemborch bij malcanderen ende overvielen Jvois, twelcke niet sterck en was, ende sloegent alles doot wat sij daer vonden, ende belegerden terstont daernaer La Fertté, dat sij mede sonder beschieten kregen ende hebben aldus d'oirlogen aldaer begonnen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten