zondag 10 januari 2021

Curzio Malaparte • 9 januari 1948

Curzio Malaparte (1898-1957) was een Italiaanse schrijver. In 1947-1949 verbleef hij in Parijs. Zijn dagboek over die periode is verschenen als Dagboek van een vreemdeling in Parijs (vertaling Jan van der Haar).

9 januari.
Op de top van de Mont Blanc, hoor ik van Gérard Simond, heb je duizenden en nog eens duizenden dode bijen. Ze liggen in de sneeuw en de zoele wind, de föhn, beweegt ze licht. Om de top fladderen zwarte vlinders. De Col des Hirondelles wordt zo genoemd omdat je er in het voorjaar honderden en nog eens honderden dode zwaluwen hebt. In het voorjaar zien de gletsjers van de Vallée Blanche, de Géant, de Mer de Glace, de gletsjer van de Combe Maudite, zwart van de ijsvlooien. Het zijn piepkleine vlooien die met duizenden de sneeuw bedekken en zwart kleuren. Gérard Simond, internationaal ijshockeykampioen, is een fervent jager op coqs de bruyères. Zijn pointer, Tex, is in heel het Arve-dal berucht. Gérard begint over het leven van coqs de bruyère, marmotten, hermelijnen, sneeuwhazen, gemzen. In de winter graven de coqs de bruyères gangen in de sneeuw en gaan ze van de ene mirtenstruik naar de andere, al etend van de afgevallen bessen. Zo komen ze de winter door. Gérard begint over het gemzenkerkhof. Net als olifanten hebben gemzen hun geheime begraafplaatsen. Je komt in de Alpen nooit een gems tegen die door ouderdom of ziekte is geveld. Onduidelijk is waar ze aan hun einde komen. Vanmorgen verguldde vanaf de top van de Brévent een schitterende, welhaast te volle, te gele en goudkleurige, bijna honingkleurige zon de onmetelijke, schitterende opeenvolging van bergen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten