zondag 24 januari 2021

Henrik Ibsen • 23 januari 1874

• Uit een brief van de grote Noorse schrijver Henrik Ibsen (1828-1906) aan zijn beroemde landgenoot, de componist Edvard Grieg (1843-1907), over de muziek bij Ibsen's Peer Gynt.
Uit: De zomer beschrijf je het best op een winterdag (vertaald door Suze van der Poll en Rob van der Zalm).

Dresden, 23 januari 1874
Beste mijnheer Grieg,
Met deze regels richt ik mij tot u naar aanleiding van een project dat ik in gedachten heb en waarvan ik hoop dat u eraan zult willen deelnemen. Het gaat om het volgende: ik ben voornemens Peer Gynt – waarvan binnenkort een derde oplage verschijnt – voor het toneel te bewerken. Zou u de daarbij benodigde muziek willen schrijven? Ik geef u een korte schets van hoe ik het stuk denk in te richten.
Het eerste bedrijf blijft in zijn geheel behouden, op wat inkortingen van een paar dialogen na. Peer Gynts monoloog op bladzijde 23, 24 en 25 zou ik graag ofwel als melodrama, ofwel gedeeltelijk als recitatief behandeld zien. De scène op de boerderij waar de bruiloft is, krijgt er een ballet bij, zodat hij veel prominenter wordt dan in het boek. Hiervoor zou dan een speciale dansmelodie gecomponeerd moeten worden, die verder als achtergrondmuziek fungeert tot het einde van het bedrijf.
In het tweede bedrijf kan de componist de episode met de drie melkmeisjes (bladzijde 57-60) naar eigen muzikale smaak invullen, maar het moet er wel duivels aan toegaan! Ik had gedacht de monoloog op bladzijde 60-62 te laten ondersteunen door akkoorden, dus als melodrama. Hetzelfde geldt voor de scène met Peer en de Dame in het Groen (bladzijde 63-66). Tevens moet er iets van begeleiding komen voor de episodes die in de Hal van de Bergkoning spelen, maar daar zal de tekst drastisch worden ingekort. De scène met de Bøyg* blijft in zijn geheel intact en zou ook muzikale begeleiding moeten krijgen: vogels fluiten, heel in de verte klinken klokgelui en psalmgezang.
Bij de scène met Peer, de vrouw en het trollenkind (bladzijde 96-100) in het derde bedrijf heb ik wat akkoorden nodig, maar niet te veel. Tevens had ik gedacht aan zachte begeleidende muziek vanaf bladzijde 109 bovenaan tot bladzijde 112 onderaan. Het vierde bedrijf wordt bij de opvoering praktisch in zijn geheel overgeslagen. Daarvoor in de plaats stel ik mij een lang muzikaal intermezzo voor, waarin Peers omzwervingen over de wijde wereld worden geschilderd. Amerikaanse, Engelse en Franse melodieën zouden erin verweven kunnen worden als elkaar afwisselende en weer verdwijnende motieven. Het koor van Anitra en de meisjes (bladzijde 144-145) moet samen met de orkestmuziek van achter de coulissen klinken. Intussen gaat het doek op en ziet men, als een ver droombeeld, het onderaan op bladzijde 164 beschreven tafereel waar Solveig als vrouw van middelbare leeftijd buiten in de zon, voor het huis gezeten, een lied zingt. Na haar lied zakt het doek weer langzaam naar beneden, de muziek speelt door en gaat over in een beschrijving van de storm op zee waarmee het vijfde bedrijf begint.
Het vijfde bedrijf, bij de opvoering dus het vierde of het naspel, wordt drastisch ingekort. Van bladzijde 195 tot 199 is muzikale ondersteuning nodig. De episodes op het omgeslagen schip en op het kerkhof worden weggelaten. Op bladzijde 221 zingt Solveig en het naspel begeleidt de daaropvolgende monoloog van Peer Gynt, waarna het overgaat in de koren van bladzijde 222 tot 225. De scènes met de knopengieter en die met de Bergkoning worden ingekort. Op bladzijde 254 zingen de kerkgangers op het bospad; tijdens het verdere verloop is er in de muziek een aanduiding van klokgelui en van psalmgezang in de verte, tot Solveigs lied het stuk besluit, waarna het doek zakt onder steeds sterker klinkend en dichterbij komend psalmgezang.
Zo had ik mij dit alles ongeveer voorgesteld en ik zou graag van u vernemen of u hieraan zou willen meewerken. In het geval dat u ermee instemt zal ik meteen bij het bestuur van het Kristiania Theater de gereviseerde tekst inleveren om bij voorbaat een opvoering van het stuk zeker te stellen. Als honorarium ben ik van plan een bedrag van 400 speciedalers te bedingen, gelijkelijk tussen ons beiden te verdelen. We kunnen er ongetwijfeld op rekenen dat het stuk ook in Kopenhagen en Stockholm zal worden opgevoerd. Ik verzoek u echter de zaak voorlopig stil te houden en mij zo spoedig mogelijk uw antwoord te sturen. 

Met vriendelijke groeten,
Henrik Ibsen
p.s. Mijn adres in Dresden is: Wettinerstrasse, nr. 22, 1ste etage 

* De Bøyg is een fantasiewezen uit Peer Gynt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten