• Edmond de Goncourt (1822-1896), Franse schrijver, criticus en uitgever, hield samen met zijn broer Jules (1830-1870) (en na diens dood alleen) een beroemd geworden dagboek bij.
Zondag 25 januari 1885
Vandaag zijn [schrijver Alphonse] Daudet en zijn vrouw op bezoek geweest om mijn zolder in te wijden. Ze bleven heel lang, te lang, tot aan het ochtendgloren; en tijdens dit samenzijn in de schemering spraken we met elkaar in een aangename openhartigheid.
Daudet vertelde over de eerste jaren van zijn huwelijk. Hij zei dat zijn vrouw niet wist dat er zoiets als de lommerd bestond; en toen zij daarvan op de hoogte was gebracht, gebruikte zij uit een zekere gêne het woord nooit, maar vroeg ze hem: ‘Ben je er geweest?’ Het aardige van dit alles was dat dit meisje, dat zo burgerlijk was opgevoed, in haar nieuwe bestaan niet de minste verwarring gevoelde temidden van lieden die diners naar binnen sloegen, twintigfrankstukken lospeuterden en broekzakken probeerden te legen.
‘Je moet weten,’ riep Daudet uit, ‘dat het lieve vrouwtje niets, maar dan ook niets voor zichzelf uitgaf. We hebben onze kasboekjes uit die tijd nog, waar naast een louis die ik of iemand anders had uitgegeven, hier en daar, heel af en toe, voor haar alleen maar stond: ‘Omnibus, 30 centimes.’ Mme Daudet viel hem heel argeloos in de rede: ‘Ik geloof dat ik in die tijd nog niet echt helemaal volwassen was, ik begreep het allemaal niet zo...’ Ik zou eerder denken dat zij het geloof had van mensen die verliefd en gelukkig zijn en het vertrouwen dat alles in de toekomst wel terecht zal komen.
En Daudet herhaalde dat hij al die jaren niets gedaan had, dat hij toen een behoefte had gevoeld om te leven, actief, hevig en luidruchtig te leven, een behoefte om te zingen, muziek te maken, door de bossen te rennen en om, na iets te veel wijn te hebben gedronken, een flink pak slaag te krijgen. Hij gaf toe dat hij in die tijd geen enkele literaire ambitie bezat, maar dat hij er een instinctief plezier in had om alles te noteren en zelfs zijn dromen op te schrijven. Het was de oorlog, verzekerde hij ons, die hem veranderd had, die hem had doen beseffen dat hij zou kunnen sterven zonder iets wezenlijks tot stand te hebben gebracht, zonder iets blijvends achter te laten... Toen pas was hij begonnen te werken, en al werkend was de literaire ambitie in hem ontwaakt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten