• Erich Kästner (1899-1974) was een Duitse schrijver. "Anfang 1945 gelang es ihm, mit einem Filmteam zu angeblichen Dreharbeiten nach Mayrhofen in Tirol zu reisen und dort das Kriegsende abzuwarten. Diese Zeit hielt er in einem 1961 unter dem Titel Notabene 45 veröffentlichten Tagebuch fest." Het boek is in het Nederlands vertaald door Jan Bert Kanon.
Onderstaand fragment is afkomstig van de DBNL; het is onduidelijk of het hier om de vertaling van Kanon gaat.
Berlijn, 14 februari 1945.
Overal worden militaire papieren gecontroleerd. Overal worden deserteurs gearresteerd. Het lijkt niet erg raadzaam om ze allemaal in de bomen op te knopen. Soldaten zijn schaars. Het zou worden beschouwd als onachtzaam gebruik van legergoederen. Men zal ze, scherp bewaakt, naar het front brengen. Dat is immers niet ver. Ze zullen naast en met de helden sneuvelen, laatstgenoemden op het veld van eer, eerstgenoemden op het veld der schande en het zal hetzelfde veld zijn.
De leider van de soldatenzender, zo vertelde Hans Fritz, had vanuit de frontstad Berlijn ‘echte reportages’ willen uitzenden en hij was zeer verbaasd geweest, toen men hem dat ontried. De interviews op straten, voor winkels en in fabrieken, zo trachtte men hem uit te leggen, zouden wel eens helemaal mis kunnen lopen als het hem tenminste zou lukken een vraaggesprek tot stand te brengen. Zijn verslaggevers moesten eerder rekening houden met de mogelijkheid dat de microfoon hun uit handen zou worden genomen en zijzelf een pak slaag zouden krijgen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten