• Adriana Modoo (1902-?) was in 1942 onderwijzeres in Djokjakarta. Net als alle andere Nederlanders werd ze na de Japanse bezetting geïnterneerd in een kamp. Van de jaren in het kamp hield ze een dagboek bij, waaruit fragmenten zijn opgenomen in De Japanse bezetting in dagboeken. Vrouwenkamp Ambarawa.
23 februari 1944
Vanmiddag om 3 uur kwamen er twee auto's vol Nippen. Alle loodsleidsters moesten bij de wacht komen en vernamen daar dat alle meisjes en vrouwen van 18 tot en met 28 jaar zich onmiddellijk moesten melden. Aan dezen werd gevraagd, hoe oud en of ze getrouwd waren en kinderen hadden. Ondertussen werden ze erg kritisch bekeken. Wat zou dat nu weer te betekenen hebben? Ook twee meisjes van 17 werden gecommandeerd omdat ze op de lijst van de heren als 18 genoteerd stonden. We hebben afschuwelijke vermoedens.
27 februari 1944
Tokkie heeft vandaag haar honderdste ei gelegd, terwijl haar vier kinderen, allen hennetjes, binnenkort wel aan de leg zullen gaan. Vele mensen zouden het. mij hoogst kwalijknemen als ze wisten, dat ik mijn aantekeningen vandaag begin met mededelingen over zoiets onbelangrijks als een kip, terwijl er hier gisteren en vandaag ernstige dingen gebeurd zijn.
De Nippen van laatstleden woensdag [23 februari] hebben namelijk de volgende dag een tweede bezoek gebracht en toen werd een gedeelte van de vrouwen en meisjes weer bij de wacht geroepen. Men deed hun dezelfde vragen weer, bekeek hen ondertussen van top tot teen op een vuile manier en zette tekentjes achter hun namen. En gisteren kwam de aap uit de mouw: er verschenen vier Nippen met een lege autobus. Tien jonge meisjes, blijkbaar de uitverkorenen, moesten vlug een koffertje pakken en instappen, ondanks protesten en jammerklachten van de moeders, die als enige troost de verzekering kregen, dat hun dochters naar Semarang gebracht werden, dat haar niets kwaads zou overkomen en dat zij minstens een maand weg zouden blijven! Er worden natuurlijk allerlei veronderstellingen geopperd voor het doel van deze reis. De meeste stemmen heeft wel: voor een propagandafilm.
27 juli 1944
Ik heb destijds wel vermeld dat er een tiental meisjes door de kempe[itai] zijn uitgezocht en weggevoerd, maar tot nog toe verzuimd mede te delen dat later bleek dat de legerautoriteiten van de affaire niets afwisten en na onderzoek het herhaalde dringende verzoek van de moeders van de meisjes inwilligden om bij haar dochters gebracht te worden zodat dezen eind mei met haar eventuele overige kinderen ons kamp met onbekende bestemming verlaten hebben. Laten we hopen, dat die moeders haar dochters in ongeschonden staat teruggevonden hebben. Wij hebben nooit meer iets van de zaak gehoord.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten