zondag 10 maart 2024

Marcel Jouhandeau • 11 maart 1971

• Marcel Jouhandeau (1888-1979) was een Franse schrijver. Een selectie uit zijn dagboeken is verschenen in de reeks Privé-domein. Vertaling: Hepzibah Kousbroek.

[voorafgaand, 28 februari]

* 11 maart.
Langzamerhand kwijnt Elise weg. Diep in haar oogkassen is de blik nog helder. Die wanhopige, sprekende blik, die ze op mij richt, een flits aan een afgrond ontsnapt, lijkt mij te verwijten dat ik er nog ben, terwijl zij er binnenkort niet meer zal zijn. Ze denkt met een soort wanhoop aan alles, waarvan ze dacht dat het van haar alleen was, dat ze nooit zal weerzien, terwijl ik het zal terugvinden nadat ik afscheid van haar heb genomen, en er heer en meester over zal zijn. God weet dat haar luxe voor mij niet telt, behalve als een ballast, een nutteloze nasleep die alleen de herinnering aan haar zal verlengen, zonder mij ervan te kunnen overtuigen dat ik iets anders ter wereld bezit dan mijn werk en mijn naam.
Van tijd tot tijd, om haar af te leiden, noem ik namen die haar aandacht zouden kunnen afwenden van de idee-fixe die haar kwelt. Tevergeefs. Ze wil noch praten noch ophouden mij wezenloos aan te staren.

* Elise, bewusteloos vandaag, willoos, zonder stem, bijna zonder licht in de ogen (haar blik is versluierd), heeft alleen onze bediende enige sympathie getoond, door haar wang te strelen. Jegens mij, totale onverschilligheid.
Ik keek naar dat verslagen Gorgonenmasker en hoorde haar denken; die gaat vanavond een met roze zijde beklede kamer binnen. Dan beschikt hij overal over: de televisie, de badkamer. Hij heeft nu de sleutels van de salon in zijn zak. God weet dat niets van dat alles er voor mij toe doet, en in haar ogen lijkt het of ik haar onteigen. Gelukkig is er Marc, om aan haar leven een zin te geven waardoor het geen totale nederlaag wordt.

* 13 maart.
Et divites dimisit inanes.*
Vanavond was ik getuige van iets dat ondenkbaar leek. Ik heb Elise geheel naakt gezien, onder een laken, als een mummie. Haar lichaam loopt leeg, men kan haar niet meer kleden.
Wie zou niet door duizeling worden bevangen, in de aanwezigheid van een dergelijke ontreddering.



* Uit het Magnificat. Esurientes implevit bonis et divites dimisit inanes = Hongerigen heeft Hij met gaven vervuld, en rijken heeft Hij leeg weggezonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten