Vrijdag 19 maart '15.
De agenten van politie zijn opnieuw gewapend. Het heeft gesneeuwd dezen nacht. De daken liggen wit. Langs den achterkant van mijn huis, dat op een groot vierkant uitziet, waar al de tuintjes samenkomen, rust een donzige, blanke barm op elk laag muurtje: het lijkt op eene reuzenwafel met suiker bestrooid.
De lucht is helder en de zonne schijnt. Het tik,-tik-takken van een luchtgevaarte nadert meer en meer. Waar vandaan mag het komen? De blik zoekt naar omhoog in al dat hemelblauw. Ja... daar verschijnt hij, de vliegenier, zelf onzichtbaar op zijn wondertuig. Het is een Taube met langen staart. Hij daalt en daalt al meer en meer in de richting naar St. Denijs toe, zinkt zachtjes weg achter de schoorsteenen en de huisvorsten...
Een beeld van vooruitgang dat geen beeld van vrede is. Luid overgalmen den Steenweg in dezelfde richting evenzoo, opwekkende marschgezangen van hen, die naar den IJser trekken en den dood.
Het weêr is koud. Groote wolken zeilen nu aan, door andere achternagezet, met strooken blauw en zon daartusschen. Het is volop maart met hare grillen van lach en haar streven naar tweespalt.
137-2012>
De agenten van politie zijn opnieuw gewapend. Het heeft gesneeuwd dezen nacht. De daken liggen wit. Langs den achterkant van mijn huis, dat op een groot vierkant uitziet, waar al de tuintjes samenkomen, rust een donzige, blanke barm op elk laag muurtje: het lijkt op eene reuzenwafel met suiker bestrooid.
De lucht is helder en de zonne schijnt. Het tik,-tik-takken van een luchtgevaarte nadert meer en meer. Waar vandaan mag het komen? De blik zoekt naar omhoog in al dat hemelblauw. Ja... daar verschijnt hij, de vliegenier, zelf onzichtbaar op zijn wondertuig. Het is een Taube met langen staart. Hij daalt en daalt al meer en meer in de richting naar St. Denijs toe, zinkt zachtjes weg achter de schoorsteenen en de huisvorsten...
Een beeld van vooruitgang dat geen beeld van vrede is. Luid overgalmen den Steenweg in dezelfde richting evenzoo, opwekkende marschgezangen van hen, die naar den IJser trekken en den dood.
Het weêr is koud. Groote wolken zeilen nu aan, door andere achternagezet, met strooken blauw en zon daartusschen. Het is volop maart met hare grillen van lach en haar streven naar tweespalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten