• Ernst Heldring (1871-1954) was een Nederlandse reder, bankier en politicus. Zijn dagboeken zijn te lezen bij de dbnl.
19 Maart 1938.
's Morgens lang onderhoud met Dr. Pijper, die geïnteresseerd was mijn indrukken van Salim en Thamrin te vernemen. Hij heeft grooten eerbied voor Salim's kennis, maar is overigens vrij sceptisch omtrent de onbaatzuchtigheid der inlandsche leiders gestemd. Hij betreurt het, dat het gouvernement niet op de een of andere wijze van Salim's diensten gebruik gemaakt heeft, in plaats van hem in zeer moeilijke omstandigheden te laten voortleven, waardoor hij oppositie blijft voeren. Zijn meening is overigens dat de Digoel als dreigend verbanningsoord voor militante drijvers een heilzamen invloed uitoefent. Menig hartstochtelijk prediker is al op zijn knieën beterschap komen beloven en vergeving smeeken als het Bestuur hem aan zijn verstand gebracht had dat zijn optreden gevaar liep hem naar Nieuw-Guinea te leiden. Thamrin is een slimmeling, die zich niet laat vangen, maar die elk ander régime dan het Nederlandsche aanvaardt, indien het hem persoonlijk bevoordeelt.
Van een centraal door Cairo of Mekka geleid Moslimstreven is tegenwoordig weinig merkbaar. De Indische stroomingen ontstaan locaal, permanent deloyaal zijn de voornaamste groepen in de Menangkabau en afkeerig is ook Bantam wel, ofschoon thans rustig. Labiel is de toestand in Zuid Oost Borneo, waarvan de resident mij gezegd heeft dat de bevolking, ofschoon orthodox Mohammedaansch zeer loyaal is. Pijper zal dit persoonlijk gaan onderzoeken.
Het Mohammedaansche streven valt niet samen met pro-Japansche neigingen, daar de leer de Christenen en Joden, die denzelfden God erkennen, hooger stelt dan de heidenen.
Daarna nog even naar kantoor der Java-China-Japan Lijn en Nederland (Heer Koper), een beleefdheidsbezoek bij Mr. Haddon van Francis Peek & Co. Ltd (verbonden aan de Pamenoekan- en Tjeassemlanden) en voorts lunch in het hotel aangeboden aan de echtparen Van Dobben en Warning.
Te 4 uur verlaten we Batavia voor goed per auto naar Serang, alwaar wij logeeren bij den assistent-resident L. Noë, die 4 jaren aan het Ministerie van Koloniën verbonden is geweest. Hij woonde met zijn chef, Prof. van Gelderen, de vergaderingen der Commissie van Handelsverdragen geregeld bij, een knap ambtenaar met veel begrip voor de schaduwzijde van het bureaucratisme dat thans hoogtij viert. Bovendien keeren zich de ambtenaren van Economische Zaken veel te hartstochtelijk tegen Nederland en ignoreeren èn het goede dat het doet èn de grenzen van het mogelijke.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten