Den 21 Mei
Deze dagen heb ik wederom zeer verstrooid, en verward doorgedroomd, zonder een bepaald voornemen, doel of werk. De omstandigheden van den tijd zijn nadeelig voor mijne gezondheid, rust, bezigheid, godsdienst, geloof en deugd, en — evenwel zij moesten mij opleiden, aansporen, tot het goede, het bidden, tot het zoeken van God en de hogere goederen der eeuwigheid.
Met de menschen, met welke ik omga, en omgaan moet uit pligt, om niet voor eenen bijzonderen, voor eenen menschenhater door te gaan, sympatiseer ik niet. Ik kan mij niet te verstaan, te genieten geven: zij zijn niet uit mijne wereld, niet voor de behoeften van mijnen geest geschikt, niet berekend naar mijnen smaak. Mogelijk zie ik te veel naar den splinter, en vergeet mijne eigene balk.
Wat zal ik aanvangen? Heer JEZUS!
Jacob van Loo (1754-1797) was predikant te Ootmarsum. Zijn Dagboeken 1777-1797 zijn te lezen bij Google books.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten