woensdag 28 maart 2018

August Willemsen -- 29 maart 1991

August Willemsen (1936-2007) was schrijver en vertaler. Eind 1990 kwam hij ten val en brak zijn heup. Zijn revalidatieperiode (en alcoholisme) beschrijft hij in De val.

Vrijdag 29 maart
Is het pietluttige onverdraagzaamheid van mij of onverschilligheid van de anderen, dat zij almaar en overal roken en ik me daaraan erger? Ik zeg 'overal' omdat dat ook de plaatsen impliceert waar het niet mag of hoort. Zeker, met een gapende deuropening tussen de rokershuiskamer (waar geen tv is) en de niet-rokershuiskamer (waar de tv staat waar uiteraard ook de rokers naar willen kijken) maakt het niets uit waar gerookt wordt. Toch kan ik het, al was het maar om het principe, niet uitstaan, dat in de nietrokershuiskamer doodgemoedereerd wordt gepaft, dat er 's morgens volle asbakken staan, dat het anti-rookvignetje achteloos wordt genegeerd, dat dus de rook ook hangt in de gang, in de keuken, en op het eind van de avond, als iedereen thuis is, ramen en deuren dicht zijn en allen zitten te roken, zelfs door de kieren van de gesloten deur op de slaapzaal komt.
Het zijn altijd de mensen die iets doen (roken, radio of tv aanzetten) die last bezorgen aan mensen die niets doen, die zich, in lichamelijke en akoestische zin, stil houden. Tenzij 'niets doen' de meer actieve betekenis heeft van 'iets niet doen', 'nalaten', zoals de slaapkamerdeur niet achter je kont dichtdoen. Omdat nogal wat mensen dat deden, heb ik eergisteren een papier op de deur geplakt met de woorden DEUR DICHT. Dat had binnen een minuut een heel eigenaardig gevolg. Saïd kwam uit de badkamer, zag het papier, en voor ik iets meer kon roepen dan 'Hé hé, what are you doing?' scheurde hij het papier van de deur en maakte dat hij wegkwam. Ik er achteraan, maar hij was al de bosjes in. Vijf minuten later kwam hij terug en plakte het papier weer op de deur. Ik vroeg hem weer waarom hij dat gedaan had, maar hij zei niets anders dan I'm sorry, I'm sorry.' Volgens Elise was het een gevangenistrauma. Mogelijk.
Is het, nogmaals, overgevoeligheid of pietluttigheid van mij (ik moet nu gauw ophouden) dat ik een lichte irritatie niet kan onderdrukken bij het zien van pies in de wc-pot of haren in de wasbak? Ik dicht mezelf een behoorlijk aanpassingsvermogen toe. Ik eet overal wat des lands is, besef dat het eten hier weliswaar niet mijn eigen eten, maar niettemin zeer goed is, weet dat hygiënische standaarden naar de evenaar toe lager worden, leg me neer bij het feit dat dit geen wereldberoemd ziekenhuis maar een provinciaal en met geldgebrek en personeelstekort kampend hersteloord is waar de bedden niet elke dag maar eens per week worden verschoond, al die dingen, maar hier zijn we hier, ik bedoel dat, wanneer ik die typische derde-wereldgewoonte zie van de wc niet doortrekken wanneer je 'slechts' gepiest hebt, ik niet kan nalaten de vraag te stellen: 'Wat voor moeite is het de wc door te trekken?' Of: 'Wat voor moeite is het je haren uit de wasbak te spoelen?' Nu ja, op Mar na is vanmiddag iedereen gevlucht voor de Mattäus Passion, dus daar heb ik rustig naar kunnen luisteren, wat zal ik verder zeuren. Ik begin pas nu iets van de opluchting te merken die ik gisteren had moeten voelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten