dinsdag 20 maart 2018

Beatrice de Graaf -- 21 maart 2003

Beatrice de Graaf (1976) is hoogleraar geschiedenis. In 2013 hield ze voor De jonge akademie een weekdagboek bij.

Woensdag
Vanochtend had mijn echtgenoot 39,5 koorts, terwijl het eigenlijk zijn ‘oppas-dag’ is. Wat nu? Om half elf komt het NRC voor een interview, persberichten en verkorte versies van de oratie moeten de deur uit en de tweede drukproeven moeten worden gecorrigeerd. Dochter nummer 1 mag spelen bij een vriendinnetje, dochter nummer 2 mag even bij de buren, en de baby moet maar even in zijn wiegje blijven met de babyfoon uit (dan horen we hem niet). Gelukkig bemannen collega’s Liesbeth, Daan en Susanne het moederschip in Den Haag. Het interview loopt uit, de buren vragen of ze dochter 2 ook brood moeten geven. Gelukkig slaapt de baby nog. Nadat het interview is afgelopen (dat wat mij betreft buitengewoon geanimeerd en van de kant van wetenschapsjournalist Dirk Vlasblom heel goed geïnformeerd verliep), heb ik nog twee uur om de oratie in te korten en de tafelschikking te maken. Dat laatste is bijna nog moeilijker dan het eerste.

Dochter 1 opgehaald. Ze loopt op haar gymschoenen want strompelde rond op haar laarsjes, aldus de juf. Dus moeten we ook nog om vier uur de stad in om schoenen te kopen voor dochter 1 en dus ook maar dochter 2, want die kan niet alleen thuis blijven. De glitterschoenen die licht geven als je erop stampt kunnen we niet kopen, ‘want anders hebben we geen centjes meer voor de grote vakantie’. Zwaar geschut, maar anders lukt het niet binnen een paar minuten.

Inmiddels heb ik meerdere telefoontjes gemist uit Hilversum. Het gaat om de dood van een 20-jarige Delftse jongen, Mourad M., die in Syrië ging vechten. Vanuit ons Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme hebben we met collega’s vorige week meerdere malen commentaar geleverd op de verhoging van het terrorismeniveau in Nederland. We merkten toen op dat het veiligheidsrisico in eerste instantie voor deze jonge jihadreizigers zelf gold. Dat is nu helaas een tragische waarheid geworden. Maar vandaag zie ik geen kans hier dieper op in te gaan, ik verwijs de bellers door naar mijn collega’s. Er zijn gelukkig ook een paar onderzoeksjournalisten van de Volkskrant en NRC mee bezig. Het blijft wel belangrijk het fenomeen ‘jihadreizigers’ in perspectief te zien, te vergelijken met trends in het buitenland en zoveel mogelijk bronnen aan te boren. Dus ik probeer ook nog wat buitenlandse media en blogs te lezen, een wijkagent aan de lijn te krijgen en een contact in het jongerenwerk in een grote stad te pakken te krijgen.

Nog even boodschappen doen bij de Albert Heijn (geen panty’s, AH-panty’s vertrouw ik niet) waar het helemaal uitgestorven is op Paul Schnabel na. Ik groet hem voordat ik besef dat hij mij waarschijnlijk niet kent. Stom. Dat is me onlangs ook overkomen toen ik in Berlijn mijn favoriete Tatort-acteur tegen het lijf liep. Wat voel je je dan provinciaals. Nu nog wat werken aan het inkorten van mijn oratie. Elke alinea extra eruit kost me meer moeite. Vriendin Greetje had vandaag ook voor het eerst haar toga aan, bij een pleidooi als advocate in Brussel. Ze smst dat ze het heeft doorstaan en vrijdag vroeg komt om met ons mee te gaan, hoera. Nog even alle boterhammen smeren voor morgen, babyknuffelen en dan naar bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten