• Mensje van Keulen (1946) is schrijver. Uit: Alles raak (2023).
22 april
Lon [echtgenoot] komt straks. Ik ben er nerveus door. Een van zijn lievelingskostjes staat, voor driekwart al bereid, in de keuken klaar. Indische ingrediënten vinden in Goes, nee, daar had ik me ook beter niet te veel van moeten voorstellen.
Zo-even een harde tik op de deur en daar stond weer de dochter van de chirurg met vijf verse eitjes. Zelden heb ik zo'n gezond gezicht gezien. Ik zit hier te kleumen met de verwarming hoog, hoestend van de sigaren, en dat meisje komt even op de fiets (ik schat windkracht 8) zonder handschoenen. Het is koud! De oosterse en aangrenzende kamer, die beide nogal klein zijn, zijn nauwelijks warm te krijgen. Het spiraalkacheltje, dat al een paar uur aan staat, verhoogt de temperatuur hooguit een graad of twee.
Vannacht nauwelijks geslapen door al het geklepper en gebonk. Wel wat gewerkt, ik ben er niet ontevreden over, helaas kan ik er zondagavond pas mee doorgaan.
Maandag
Het weekend was een aansluitend 'bezig zijn'. Bezig met eten, praten, uit rijden gaan (Veere, Vrouwenpolder), mopperen op het weer, huishoudelijke mededelingen, wel dan niet goed slapen, meer was het niet en het was ongemakkelijk. En dan ineens ruzie om niets. Hij verweet me betutteling, overviel me daar zo mee dat ik het in de keuken ben gaan uitsnikken. Het excuus voor zijn uitval bleek de anderhalve dag ergernis die hij had gehad over de zoon van Tineke, die hij schandelijk verwend noemde.
Hij heeft Hollands Diep achtergelaten. Maarten 't Hart siert de cover met twee wulpse meiden aan zijn zijde. In het stuk zegt hij van kille vertrekken te houden en gezelligheid te mijden.
Nu nergens meer aan denken en aan de slag. Misschien dat in deze twee dagen het verhaal, alsjeblieft, afkomt. Eerst nog wat lezen. Nee, nu, nee, straks, nee. Wat koffie. Wat sigaar.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten