• Boudewijn Büch was een Nederlandse schrijver en programmamaker. Een boekenkast op reis is zijn 'persoonlijke kroniek' over 1998.
Weimar, 15 juni Het weer is opnieuw niet best, maar ik besluit de ochtend door te brengen met research in antiquariaten en daar heb ik geen mooi weer voor nodig. Maar eerst ga ik met de filmploeg het Goethe Haus binnen. De werk- en slaapkamer van de dichter blijven mij maar van slag brengen, ook na het zo-, zoveelste bezoek.
Antiquariaat Ludwig Thelemann (eigenaar U. Botta) aan de Rittergasse 21 blijkt voor het zoveelste jaar een zegen te zijn. In het bijzonder ben ik blij met de complete jaargang 1818 van Weimarisches officielles Wochenblatt voor de spotprijs van 240 dm. Bij mijn vriend Thomas Mechold van antiquariaat Zwiebelfisch (‘vriend’ bedoel ik ironisch; Mechold is een zure, vervelende man) in een binnenhof aan de Heinrich-Heine-Strasse koop ik onder andere noodgeld uit de tijd van de Weimar Republiek. Op dit noodgeld staat een portret van Goethe. Bij de man van de muntenwinkel bij de Herder Platz koop ik twee mooie Goethe-penningen: een uit 1828 en een (oude) van biscuitporselein.
Het Goethe Antiquariat is verhuisd en is nu boven de mineralenwinkel in de Kauf-Strasse gevestigd. Dit antiquariaat zat vroeger in de Untergraben en toen was het niks. Nu is het nog steeds niks. Voor een late Duitse vertaling van de gedichten van Ossian (geschreven door James Macpherson, 1736-1796; Goethe werd erg door deze fake-poëzie beïnvloed en de verzen komen ook voor in zijn Werther) uit 1828 vragen ze 450 DM!
Ook nog wat bijzondere souvenirs gekocht.
Om 13.00 gaan filmen. Eerst bij het Sächsischer Hof aan de Herder Platz waar Goethes eerste woning was toen hij in 1775 in Weimar, op uitnodiging van de hertog, aankwam. Daarna op het Frauenplan bij Goethes laatste woonhuis gedraaid. Ten slotte naar het Fürstengruft waar Goethe al sedert 1832 naast zijn vriend Friedrich Schiller (1759-1805) ligt. Het doet mij steeds wat om in die vochtige kelder naast mijn grote helds gebeente te staan. Ik merk dat de alarminstallatie onklaar is en kan sedert decennia voor het eerst door het hek kruipen en een hengsel, het slot en het hout van Goethes kist aanraken! Ontroerd.
Gefilmd op de begraafplaats rond Goethes tombe: de graven van zijn vriend Eckermann, Ottillie von Goethe-Pogwisch (schoondochter), Alma, Walter en Wolfgang von Goethe (kleinkinderen). De vogels fluiten keihard op de begraafplaats – bijna te hard – en het gaat regenen. We kunnen niet verder. Ik ga voort met boekenzoeken. Tijdens het diner bij de smakelijke Italiaan aan de overkant van de treurige ddr-bioscoop Theater des Friedens (waar ik zulke krankzinnige herinneringen van jaren her heb liggen) bellen de twee technische mannen van het nob dat ze in Weimar zijn aangekomen. In een zaaltje van het hotel tobben we lang over onze geluidsproblemen. Aan de nob-mannen is niks mis – ze doen méér dan hun best – maar niemand op de wereld weet hoe ons camera-/geluidsprobleem moet worden opgelost. We krijgen weer een andere camera. Ik laat de technische mannen met mijn ploeg achter en ga aan dit dagboek werken. Uit mijn raam zie ik prachtig licht over de Markt vallen. Het is een mooie avond geworden.
Ik voel mij goed. Wat wel heerlijk is: voor het eerst in al mijn Goethe-jaren kan ik met het ‘complete werk’ van Goethe op de laptop op reis. Ik heb de grootste – en nog steeds beste – editie van Goethes oeuvre ooit verschenen (de zogenaamde ‘Sophien Ausgabe’ – verschenen in de late jaren van de negentiende en de eerste jaren van de twintigste eeuw; 132 dikke delen) bij mij op cd-rom. Deze Chadwyck-Healey-cd-rom-editie kostte een lieve cent (zestienduizend gulden!), maar het gemak is onvoorstelbaar.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten