• In januari 1945 heeft onderwijzer Hielke de Haan (1911-1986) tien dagen doorgebracht in Cel 11 van het Huis van Bewaring te Leeuwarden. Hij heeft in die cel een dagboek bijgehouden, geschreven op de toen verstrekte dunne velletjes papier voor de toiletemmer.
Maandag 8 januari 1945
Nu ga ik eens vertellen hoe we hier de dag doorbrengen. Elke morgen om half acht gaat de bel. Dan is het: bedden opruimen – wassen en eten. In de regel dan al snel 2x luchten, ongeveer 2 x 20 minuten, met een tussenpoos van een kwartier.
Als het ons lukt wordt voor het luchten eerst de vloer geveegd. Dan kan tijdens het luchten het stof ‘bezinken’. Na het luchten heeft ieder zijn bezigheden. We hebben hier een damspel – achtergelaten door de heer Volkers. Verder krijgen we 2x per
week een boek – dat betekent voor ons 10 boeken per week. Ook moeten we ons nog tijdig scheren en dat is hier erg omslachtig. En zoo, met lezen, dammen, praten en een beetje lopen enz. brengen we de dag door.
En dan het eten niet te vergeten. Twee keer per dag krijgen we ‘kuch’ met een kopje melk – flink verdund. Zo’n ‘kuch’ is zowat 12 cm lang – men kan er 10 stukjes van snijden. Het rantsoen boter is zo ongeveer een ½ ons per week. Dat is al met al niet veel en als we geen pakjes van thuis kregen, dan was het voor veel hongerige jongemannen te weinig. Daarom zijn we zo gesteld op een pakje, want zo krijgen we
tussen de gewone maaltijden nu en dan ook eens een hapje.
En het warme eten? 4x per week ‘soep’. 2x daarin groene erwten, 2x met wat gort en gehakt. Dat smaakt niet slecht. We krijgen ook niet te weinig. Ik kan het tenminste nooit op, maar het bevat minder dan thuis. En de andere 3 dagen krijgen
we rats. Genoeg, maar wat te weinig zout en vet.
Van thuis kreeg ik vandaag een pakje met scheergerij, een laken – schoenen en dergelijke. Later op de dag nog wat eten van thuis en een Nieuwe Testament waarom ik had gevraagd. Ook een briefje van Tine waar ik erg blij mee was.
We hebben vandaag onze cel schoongemaakt – gedweild – afgestoft – en het losse stro heeft plaats moeten maken voor twee stromatrassen. Oostra, werd vandaag verhoord. Dat was niets voor hem. Toen hij terugkwam was hij zo beroerd als
wat – ging met zijn hoofd op de tafel liggen en wilde niets zeggen.
En toch hadden ze hem niets aangedaan. Maar als een zuinige boer zo’n 2 -3 duizend wordt ontnomen, dan gaat dat je door merg en been. Met wat water en een stukje brood probeerden wij hem er weer wat bovenop te helpen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten