7 januari 1896
9½ uur v.m.
Natuurlijk herinner ik me bij het wakker worden noch het gezicht noch de liefde van Livia. Soms moet ik om me het een zowel als het ander te binnen te brengen de foto zien die daar rustig is blijven toekijken terwijl ik sliep. En dan wordt de rust van het ontwaken eensklaps verbroken door de herinnering aan het leven, aan het hele leven, en tegelijkertijd bestormt me de volle vreugde van het bezit en de ongerustheid die mijn liefde altijd begeleidde en zal begeleiden. Vervolgens roep ik me alle gesprekken voor de geest die ik de vorige dag in jouw gezelschap heb gevoerd of alleen maar woordloos, tegen jou naast me, om mezelf gerust te stellen, en als ik opsta fluit ik Wagner, de musicus van de liefde en van de smart, maar ik voel daarbij alleen de eerste. Ik ga de deur uit met mijn hoed zwierig op mijn hoofd en... een sigaret in mijn mond. Arme Livia! Elk genoegen en elk ongenoegen dat je me geeft doet mijn keelontsteking toenemen.
Italo Svevo (1861-1928) was een Italiaanse schrijver. In 1896 hield hij enige maanden een dagboek bij, op verzoek van zijn toekomstige echtgenote, Livia Veneziani (1874-1957).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten