• Freerk Pieters (?-?) raakte als commandeur van een walvisvaarder ergens voor 1770 vast in het ijs. Zijn journaal is gepubliceerd als Aan-teekening, gehouden op het schip de Vrouw Maria.
Maandag, 25 dito, de wind o.n.o. Hard Vriezende en Koud. Des Middags deelden wy wy 2 vaaten Brood;+ moesten daar 4 Weeken mee toe en hadden nog maar 2 vaaten over. Begonden nu malkander al vry wat Benaauwd aan te zien.
Dingsdag, 26 dito, gingen 7 Mannen van ons z.o. in het Veld op, om eens te zien hoe het daar aan de Buitenkant gesteld was. Zy waaren 18 Glaazen uit. Wy haalden nog 11 vaaten Water van het Veld.
In deezen Toestand bleeven wy in Bezetting. Gebrek in alles nam van Hand tot Hand toe en de Vrees voor een droevig Einde kreeg al langs hoe meer plaats. Geen wonder, waarlyk, want wy zaagen geen de minste uitkomst.
Donderdag, 5 October, begonnen wy des Middags een Nood-gebed te doen.+ Zaagen nu geen Scheepen meer.
Zondag, 8 dito, schooten wy een Vos.
Dingsdag, 10 dito, hadden wy de Breedte van 71 gr. 50 m.
Saturdag, 14 dito, Deinsden het Veld, daar wy aan laagen, in stukken van malkander en wy kreegen hier en daar om het Schip een Wak.
Zondag, 15 dito, Boorden wy des Morgens omtrent 10 Scheeps lengtens door het Ys. Raakten onderwyl weer Bezet: maar, des Middags werkten wy weer zoo ver voort als wy konden. Zaagen een Beer en een Vos voor ons Schip over loopen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten