• Joannes Chrysostomus van Postel (1743-1800) was onderpastoor en later pastoor te Venlo. Hij schreef een Dagboek, getiteld Het Nieuws binnen en omtrent de stad Venlo voorgevallen, lopende van 1781 tot eind Juni 1798.
21. [...] Denzelfden dag is 's avonds om half 8 vrouw Fonteyn, in de Nieuwstraat, gestorven. Caspar Bernaerts, lijkenbidder, is ons met eenen gebuur komen vragen, wanneer dat lijk moest begraven worden. Ons antwoord was: morgen avond om half 7. Caspar ging dit Vorsterman zeggen. Deze gaf orders het 's morgens kwartier voor 7 te begraven. Wij vroegen die orders in schrift, en dat Caspar ons die kon brengen, maar dit heeft Vorsterman niet willen doen. 's Morgens op den tijd door dezen bepaald, stond het lijk voor de pastorie. Caspar belde, de heer Pastoor maakte de poort open en vroeg wie dat bevolen had. Caspar zei: Burgemeester Vorsterman. ‘Wacht hier wat’ zei de Pastoor, en hij is alsdan met zijnen kapelaan Van Postel naar den momber Van den Broeck gegaan, en zei dat het lijk voor de kerk stond, dat hij het om de zware hitte maar zou laten begraven, enz. ‘Absoluut niet’ zei de momber, ‘niemand van u moet een hand daaraan steken, zij kunnen doen wat zij willen’. Dan vroeg de Pastoor: Mijnheer, in geval de vrienden van den overledene o f de Magistraat hem een actie zou aandoen, of hij daarvoor caveerde (borg bleef). ‘Ja, ja’, antwoordde de momber in presentie van den kapelaan en eenen scribent. Dan is kapelaan Van Postel naar de kerk gegaan, alwaar de vrienden met het lijk nog voor de deur stond en; daar zei hij: ‘Vrienden, luistert wel, het Hof verbiedt om 's morgens te begraven’. Daarop zei de lijkenbidder: ‘Vrienden wacht even’, waar hij is geloopen weet ik niet, maar toen is het lijk op het kerkhof gedragen en daar gebleven met gesloten deuren.
Om half 10 kwam de knecht van den President den heer Pastoor verzoeken eens bij zijnen heer te komen. Dit heeft hij gedaan. De President zei met groote beleefdheid, dat dit lijk kon begraven worden, voor deze reis alleen. Het lijk is om 10 uur, zonder vrienden of koralen, door kapelaan Van Postel begraven cum superpellicio et stola, solo prsesente Casparo Hermans, custode (in koorhemd en stool, terwijl de koster C.H. alleen tegenwoordig was) met den doodgraver.
Kort na 10 uur kwam Opdenoordt, van den Magistraat gecommitteerd, vragen of de Pastoor zich zou openen (verklaren), waarom hij dat corpus niet wilde begraven, waarop hij ten antwoord kreeg ‘het is reeds begraven, en ik hoop dat de heeren van Raad en Magistraat 't mogen eens worden’. Kwart voor 2 kwam de hofbode Skène ons schriftelijk intimeeren (aanzeggen) van voor dit geval de doode te begraven en niet anders. (Nota. Deze ordonnantie was aan de kerk opgeslagen.) Omtrent 3 uur kwam de stadsbode Peter Lenders (J. Leenders, St. R.) en heeft aan de kerk en andere gewone plaatsen de aangenagelde ordonnantie afgetrokken en meegenomen.
24. heeft de hofbode, geassisteerd door eenen schildwacht, omtrent half 2 op alle plaatsen voor de tweede reis die publicatie weer aangenageld; den 26. 's morgens waren zij er nog vast.
30. Om half 9 kwam de stadsbode Theodoor Franssen aan den Pastoor zeggen, dat hij om 10 uur zou gelieven naar het stadhuis te komen, dat er iets van Den Haag gecommuniceerd moest worden. De Pastoor antwoordde ‘als ik geen belet heb, dan zal ik komen’. Kort daarop kwam dezelfde kwant zeggen: Burgemeester Vorsterman zegt, dat is geen antwoord, nu weten wij niet of hij komen zal of niet. Daarop repliceerde de Pastoor, ‘als de heeren mij iets te communiceeren hebben, dat zij dat schriftelijk doen’. Om half 1 bracht die bode een geschreven ordonnantie van H.H. Mog., behelzende ons te conformeeren aan de orders van den Magistraat, en geen corpora te begraven hetzij na 8 à 10 uren dood geweest te zijn. (Nota. De Magistraat had geordonneerd, dat al wie 's nachts stierven, 's avonds moesten begraven worden, en die na 12 uur 's middags stierven, den volgenden dag 's morgens te begraven.) In die geschreven ordonnantie stond ook ‘en mits de heer Pastoor niet wil naar het stadhuis komen, en dat de Burgemeester geen magistraats-commissies wil komen doen, om reden aan den heer Pastoor bekend, zoo zal hij zich hieraan gedragen’.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten