18 Juli. Droom.
Op een stormachtige reede ga ik van boord in een klein zeilschip, zoo klein dat ik er niet in bewegen kan en het nauwelijks boven water blijft. Bijna zinkend kom ik aan wal, die het allen druk hebben en vinden dat ik maar terug moet gaan. Een enkele wil wel een tochtje met mij maken, maar schrikt terug als hij het scheepje ziet. Het weer is omgeslagen en grauw en herfstig geworden. Naar het oude schip wil ik niet meer terug. Maar er lagen toch nog een oceaanboot en nog een paar andere onbekende op de ree. Maar de blue funnel is vertrokken, de oude ook, alleen de oude onbekenden liggen er nog. Tegen die wind is niet op te zeilen, ik word een eind verder tegen de kust gedreven, waar geen huizen staan en waar het beboscht is. Half zwemmend, half drijvend heb ik toch later nog een der duurste schepen bereikt.
Leven alleen schijnt niet meer genoeg. Iedereen doet moeite zijn eigen gewrongen, onzuiver bestaan te rechtvaardigen en houdt daarom betoogen waarin het zuivere leven en de eenvoudige natuur wordt aangevallen en onrecht aangedaan. En dit is toch het beste bewijs voor het bestaan ervan. Vergeet het nooit.
Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) was een Nederlandse dichter en schrijver (en scheepsarts). Summiere dagboekaantekeningen van hem zijn gepubliceerd in Dagboek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten