zondag 18 juni 2023

Otto van Eck • 19 juni 1794

Otto Cornelis van Eck (1780-1798) stamde uit een oude Gelderse familie van hoge ambtenaren en regenten. Hij overleed op zijn 18de aan tuberculose. In de jaren daarvoor hield hij (op last van zijn ouders) een dagboek bij.

Woensdag 18 Junij [1794] Deeze morgen weder doorgebragt met mijne zaeken te doen en daerna de vis uit de kaar gaen haelen om vanmiddag te eeten. Toen nog wat geloopen tot 2 uur, waneer wij gingen eeten. In het Manuel heb ik gelezen van de Argonauten, welke onder bevel van de held Jason het gulde vlies gingen haelen. Dit is een heidensche fabel van de oudheid. Daerna ben ik na Delft gegaen om een boodschap voor mij te doen en thuis komende, ben ik met mijn zusje en met Tietje Philip (welke hier is gekomen om voor een dag of 8 te blijven logeeren) nog eens gaen wandelen en toen aen de zaken gegaen tot nu. Nu het donker is, zal ik nog eens gaen wandelen en dan gaen slapen.

Donderdag 19 Junij (1794]
Deeze morgen geleert tot 11 uuren en mij toen gaen kleeden om na de Delfsche kermis te gaen, na gr[oot]moeder Mouchon, bij wien ik deeze middag gegeeten hebbe. Ik heb nogal plaizier gehad op de kermis. Gr[oot]moeder is zoo goed geweest van mij een kruisnet te koopen om te vissen en na den eeten heb ik oom en tante Paulus en de heer V. Hogendorp met juffr. Havart gerencontreerd op 't onverwagtst. Oom heeft mij een handdrukkerijtje prezent gedaen, waervan ik mij zeer veel plaizier beloove, voornamelijk in den winter, wanneer het geen goed weer is om buiten te loopen. Ten 7 uur ben ik weer na huis gegaen en heb toen de tijd doorgebragt met heen en weer lopen en dit journael te maeken. Vandaeg is juffr. Montier weer vertrokken.

Vrijdag 20 Junij [1794]
Vanogtend ten 8 uur binnen komende om te ontbijten, was het eerste dat ik hoorde geen blijde tijding, want Mama had zo sterke koud gevat in haer heupe, dat zij nauwelijks gaen konde. Ten 9 uur ontbeeten hebbende, ging ik mijne zaeken doen tot h[alf] 1, wanneer [ik] mij eens ging vermaeken met de eerste proeve te neemen van mijn klein drukkerijtje, 'twelk zeer goed ging. Alleenlijk smeerde ik er altoos te veel of te weinig inkt aen, waerdoor het of kladde of niet af ging. Dit ging evenwel eindelijk beeter toen ik er de slag van weg had. Ten 2 uur gingen wij eeten en toen wij aen het dessert zaaten, kwam Papaatje thuis van Haerlem, waerover wij alle zeer blijde waren, hoewel het niet onverwagt was. Hierdoor is de lectuur in het Manuel verzuimd. Na den eten ben ik eens te paerd gaen rijden, 'twelk ik in lange niet gedaen had. Daerna hebben wij in het tuinhuis thee gedronken tot h[alf] 8 en toen ben ik weer gaen leeren tot nu toe en het is net 9 uur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten