zondag 25 juni 2023

Sophia van Württemberg • 26 juni 1848

Sophia van Württemberg (1818-1877) was de eerste vrouw van koning Willem III. Ze schreef brieven aan een hartsvriendin, Lady Mallet, die door het ontbreken van enige terughoudendheid gelezen kunnen worden als een dagboek.

Het Loo, 26 juni 1848
Gisteravond heb ik ernstige brandwonden opgelopen aan mijn schouders en rug. Wij staken kaarsen aan. Ik ging die neerzetten achter het gordijn. De japon van mijn hofdame vatte vlam. Ik rende naar haar toe, mijn japon vloog ook in brand; zij kwam er met een kleinigheid van af, ik was er erg aan toe. Maar ik gilde niet, en toen ik tevoorschijn kwam van onder de wollen dekens waarin men mij gerold had, zei ik tegen de aanwezigen: 'Ga alstublieft dóór met uw kaartspel'. Een van hen, Mr. Lyons, de broer van Lord Strathmore, riep uit: 'Wat een prachtvrouw, was zij maar koningin van Engeland!'
Meer heb ik niet te vertellen over mijn eenzaam verblijf hier. Ik leef, dat is alles. Uit Duitsland komt slecht nieuws. In Parijs wordt weer gevochten; een weinig benijdenswaardige gang van zaken. Onze Nederlandse Staten-Generaal zullen het ontwerp van de geamendeerde grondwet aanvaarden. Dus is alles rustig...

Het Loo, 6 juli 1848
Ik heb verschrikkelijk veel pijn gehad aan mijn verbrande schouders. Als een Engelsman uit het gezelschap, een halve dokter, mij niet wat balsem had gegeven, had ik mij geen raad geweten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten