donderdag 29 juni 2023

Mensje van Keulen • 30 juni 1978

Mensje van Keulen (1946) is schrijver. In 1977-'79 hield ze een dagboek bij dat is gepubliceerd als Neerslag van een huwelijk.

30 juni
In plaats van de ballade voor Thomas, schreef ik zes erotische versjes onder de naam Lola De la Fuente, ging om drie uur dronken en voldaan naar bed en stond vanmorgen zowaar vroeg op om aan de ballade te werken. Maar toen moest ik naar de markt, want Gerrit [Komrij] en Charles [Hofman]vonden het handiger hier te eten voor we naar Koen en Dory gaan. Ik maakte soep en sneed me. Bloed droop uit mijn duim over mijn hand, drupte op de vloer, leek niet te stelpen, drie pleisters dreven eraf. Snel een Kleenex toen de telefoon ging, desondanks bloed op de hoorn. En toen kwam de post. Een paperas moet ondertekend wegens onder invloed rijden in september vorig jaar, dat gaat me fl 250 kosten. Voor het huisje moet een boiler gekocht, een radiator, meubels, er moet een andere auto komen, enz. Al met al reden genoeg om niet te klagen, want het is niets dan luxe.

4 juli
Ik begrijp niet waarom de film Cria cuervos zo geroemd wordt. Het verhaal klopt niet en dan ook nog Geraldine Chaplin die het ene moment de moeder (overleden aan een ziekte, die wordt uitgebeeld door een gillende Chaplin met een teiltje bloederige doeken naast het bed) speelt en het andere moment de dochter die over haar jeugd vertelt. Heden en verleden zijn nauwelijks te onderscheiden. Verder wordt er een stomme, lamme grootmoeder rondgereden en gaat een marmotje dood, ook dat nog. Er is één mooie scène en wel als de tante, de voogdes, een beker vergiftigde melk te drinken heeft gekregen. Terwijl meisje en huishoudster praten, zie je de tante niet die in hetzelfde vertrek zit, maar hoor je wel het ratelen van haar naaimachine.
De volgende ballade zit vast, ik lig 's nachts in mijn bed nog te rijmen, probeer een zin te onthouden en ben hem de volgende dag natuurlijk kwijt.
De erotische versjes bleken niks, weg ermee.
De hoofdpijn wordt erger, ik kan mijn ogen amper draaien, zou moeten gaan liggen, een pil innemen. Werd dat hoofd maar leeg. Niets denken, niets voelen, niets weten, niets hoeven weten, niet werken, niet hoeven werken, niemand zien, niemand hoeven zien, de personen die mijn pen uit moeten komen, moeten me ook met rust laten.
Ik wou dat ik in Zeeland zat. Denk ook: Wat ben ik begonnen met een huisje aldaar? Kan ik het afbetalen? Is het niet te ver? Ik dacht het tijdelijke van het leven erdoor wat meer rek te geven, bespottelijk, het besef van het tijdelijke is er juist door toegenomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten